391 schieden, dan zal het in sommige gevallen veel tijd vergen. En we herhalen weer wat we reeds eerder opmerkten: Zal dit nazoeken niet evenveel tijd kosten als het onderzoek van de ambtenaar, dat in het positieve stelsel aan de inschrijving moet voorafgaan? We spreken nog niet eens over het feit, dat uit niets blijkt hoe ver terug het onderzoek zich zal moeten uitstrekken om volledige zekerheid te ver schaffen. Toch schijnt ook Prof. Meijers te hebben aangevoeld, dat het posi tieve stelsel niet geheel genegeerd kon worden. Door de bepaling van artikel 3.1.2.9 in het ontwerp op te nemen, heeft hij ons inziens tevens een element van het positieve systeem op het negatieve overgeënt. Dat artikel luidt a.v. „1. Hij, die beweert enig recht op een register- goed te hebben, kan desgewenst alle belanghebbenden bij openbare oproeping en daarnaast hen, die als rechthebbenden op dat goed inge schreven staan, bij afzonderlijk exploit dagvaarden, om te horen ver klaren dat hem het recht, waarop hij aanspraak maakt, toekomt. Al vorens een zodanige eis toe te wijzen, kan de rechter die maatregelen treffen en die bewijsopdrachten doen, welke hij in het belang van mogelijke niet verschenen rechthebbenden nuttig oordeelt. Een krach tens dit artikel verkregen verklaring wordt niet in de registers inge schreven, voordat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. 2. De krachtens het voorgaande lid ingeschreven verklaring wordt ten aanzien van niet-verschenen belanghebbenden die niet bij afzon derlijk exploit zijn gedagvaard, vermoed juist te zijn, zolang het tegen deel niet bewezen is. Op de onjuistheid kan echter geen beroep wor den gedaan ten nadele van hen die, daarmede onbekend, de verkrijger van het vonnis onder bijzondere titel zijn opgevolgd". Prof. Meijers tekent hierbij o.m. aan (Toelichting, blz. 177 e.v.): „Gelijk in de algemene opmerking bij deze afdeling en in de toelich ting op artikel 8 is uiteengezet, is in beginsel het zogenaamd negatieve stelsel behouden. Degene, die met een ingeschreven belanghebbende handelt, kan daarbij niet volstaan met alleen de laatste inschrijving te raadplegen. Het ontwerp opent echter daarnaast de mogelijkheid voor de rechthebbenden die dit zouden wensen, een inschrijving met positieve kracht te verkrijgen. Daar echter door de toekenning van een zodanige kracht aan een inschrijving rechthebbenden buiten hun toedoen hun rechten kufinen verliezen, verlangt de verkrijging van een inschrijving met zodanige positieve kracht een onpartijdig ambte lijk onderzoek. Het resultaat van dit onderzoek is in de grond der zaak rechtspraak; dientengevolge wordt het onderzoek niet aan de bewaar der der registers, maar aan de rechter opgedragen". En even verder zegt hij„Het verkregen vonnis heeft tussen de eiser en hen, die in persoon gedagvaard zijn, alsmede de verschenen belanghebbenden op dezelfde wijze gezag van gewijsde als ieder ander vonnis. 1 en aanzien van niet-verschenen belanghebbenden, die bij openbare oproeping gedagvaard zijn, regelt het tweede lid het gezag van het vonnis. Ten opzichte van deze personen heeft een krachtens het vonnis genomen inschrijving dezelfde kracht als de par. 891 en

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 41