400 sche principe. Het is niet alleen zeer welkom in de terrestrische foto- grammetrie, doch ook bij de luchtfotogrammetrie kan het als instru ment van de tweede orde goede diensten bewijzen. In de serie waterpasinstrumenten waren o.a. aanwezig de Ni 060 voor bouwkundige doeleinden, de Ni 030 met horizontale rand en desgewenst uitgerust met planglasmicrometer en de Ni 004 voor het gebruik bij nauwkeurigheidswaterpassingen. Met laatstgenoemd instru ment, waarvan de eigenlijke kijker met het niveau en de planglas micrometer in een gesloten beschermde buis zijn ingebouwd, is een standaardafwijking in de heen- en terugwaterpassing van 1 km te bereiken van 0,4 mm. Verder waren er nog theodolieten van verschillend vermogen en de bekende tachymeters Dahlta en Redta. Ten slotte nog de Lotakeil K 200. Dit voorzetstuk vormt in combinatie met de tachymetertheodo- liet Theo 030 een afstandsmeter, die zowel met horizontale als met verticale baak kan worden gebruikt. Het is daarmee mogelijk afstan den tot 600 meter te meten (baaklengte 3 meter). In de avonduren, voor menigeen de vruchtbaarste uren van derge lijke bijeenkomsten, was er in ruime mate gelegenheid voor de deel nemers aan deze hogeschooldagen om met elkaar over geodetische en andere problemen van gedachte te wisselen. Overigens was er een „Kulturelles Rahmenprogramm" dat op 25 verschillende manieren voor verstrooiing kon zorgen. Het aantal studenten aan de Technische Hogeschool in Dresden is thans ruim 13000. De inrichting van de laboratoria is in het algemeen zeer modern. Ongeveer 70% van het gehele gebouwencomplex, een stad op zich zelf, dateert van na 1945. De huisvesting in comfortabele studenten flats is zeer aanlokkelijk. De mensakeuken verzorgt dagelijks 8000 studenten. De afgestudeerde geodeten of fotogrammeters kiezen doorgaans een werkkring in Oost-Duitsland. Zij zijn echter maar in geringe mate bereid zich bij het kadaster te verhuren. Het kadaster vinden zij nl. een instelling waarbij gewoonlijk slechts verouderde mannetjes werken, die wars zijn van enige vernieuwing. Men kan natuurlijk ook de opvatting huldigen, dat deze lieden met hun vernieuwingsgedachte pas tot een praktisch resultaat zouden komen als zij zich in dichte drom men bij het kadaster, dat daar niet bepaald ruim in het personeel zit, meldden. Het kan zijn, dat de uitwisseling van kennis en ervaring beneden het niveau van de verwachtingen van organisatoren van en deelne mers aan de Polytechnische Tagung is gebleven. Dit is echter niet belangrijk. Wel belangrijk is, dat hier een gelegenheid is geweest waar oude relaties zijn vernieuwd en nieuwe zijn aangeknoopt, waar Oost en West elkaar op vriendschappelijke wijze konden ontmoeten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 50