29 Als (zie fig. 2) p de pijl van het segment is en k de koorde, dan js de oppervlakte O p k f I met k) e (-)1p-\* \kl -1x1x3 W 1x3x5 \kl 25 lp)* 27 jp\6 3X5X7 \kl 5 X 7 X 9 \k Indien men met de formule nog de oppervlakte van een halve cirkel wil berekenen, ligt f tussen de enge grenzen- =0,6667 en - 77 0,7854 0,5 J. Een goede benadering voor O vindt men dus reeds uit 0,7 p k. Hieraan moet een correctie C worden aangebracht ten bedrage van In het nomogram bepaalt men deze gemakkelijk uit de numeriek te berekenen waarde 0,7 pk en de verhouding - k i> Voorbeeld: p 3 m, k =65111;- 0,0462, 0,7 p k 136,5 ca; k C ra 6,3 ca, O 130,2 ca. Voor een geheel numerieke berekening van O zie Ir. F. Harkink „Squares and square roots" waarin, voor regelmatige intervallen van tussen o en 0,5, f is getabuleerd. k \kl 3. Berekening van het hoekje s tussen boog en koorde bij de stereo- grafische kaartprojectie. (Zie fig. 3.) Voor een gemakkelijke berekening van s schrijft men deze betrek king als e K (Yp XP) (a) met x YP y XP 256 K y—L (p). K bepaalt men uit ([3) met het nomogram, s numeriek uit (a). De laatste berekening, die veelal uit het hoofd kan geschieden, wordt vergemakkelijkt door het feit dat YP XP voor ieder -V'm I P km 7km A p jim 6dmgr 256 lp A p

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 37