Litleratuuroverzicht 36 zou een verkeerde sfeer bij de lezer kunnen opwekken), dat uit 50 studentenkamers, keuken, eetzaal en wasserij bestaat. De bovenste etage bevat de woningen van de directeur van het I.T.C., Prof. Schermerhorn, en de adjunct-directeur, de heer W. G. L. de Haas. De vier verdiepingen voor het onderwijs bevatten achtereen volgens, ten behoeve van onderwijs en research: het fotografisch laboratorium en een speciale meetruimte (beiden in het souterrain) twee grote instrumentzalen (met trillingvrije vloeren en volledige airconditioning) waarin de kostbare verzameling fotogramme- trische instrumenten is opgesteld (begane grond)practicumzaal en docentenkamers voor de afdeling Fotogrammetrie (eerste ver dieping) practicumzaal en docentenkamers voor de drie zgn. ,,interpretatie"-afdelingen, waar de toepassing van luchtfoto's in de geologie, de bosbouw en de bodemkunde wordt onderwezen (tweede verdieping). De meetruimte in het souterrain wordt gemeenschappelijk ge bruikt door het I.T.C. en door de Sub-afdeling Geodesie van de Technische hogeschool. Een dergelijk gebruik wordt gemaakt van de instrumentzalenhierin zijn ook de fotogrammetrische instru menten van de T.H. ondergebracht. Het gebouw van de Sub-afdeling Geodesie is met het hoofd gebouw van het I.T.C. verbonden door een zgn. tussenlid, waarin zich o.a. de bibliotheek van de Sub-afdeling bevindt, die ook voor I.T.C.-studenten toegankelijk is. Het ideaal van Prof. Schermerhorneen sterke concentratie van theoretische (T.H., I.T.C.), zowel als practische (Rijkswaterstaat, K.L.M.) beoefening van de luchtkaartering is op 8 november 1956 officieel een feit geworden. Het nieuwe gebouw van het I.T.C. betekent een onmisbare bij drage tot de verwerkelijking van de doelstelling van dit instituut (zoals gedefinieerd door de promotor, Prof. Schermerhorn, tijdens zijn toespraak tot de American Society of Photogrammetrv in januari 1951): to bring together students, professors and teachers from various countries and to organize a real international centre in which the knowledge and experience of the greater part of the free world in the field of aerial survey can be centralized to spread this in the best possible way over the world". J. Visser Lzn. Ir. D. van der Zaken, Waterbeheersing. 94 biz., 14 x 20,5 cm. Uit de serie „Leidraad voor het Land- en Tuinbouwonderwijs", B 39, van de n.v. Uitgevers-mij. W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1956. In de bovengenoemde serie verscheen als eerste deeltje van de afdeling Cultuurtechniek een boekje over waterbeheersing.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 44