(37
In zijn „Woord voöraf" zegt de schrijver, dat het zijn opzet is
geweest de toekomstige landbouwers in het hoe en waarom van de
voornaamste cultuurtechnische maatregelen inzicht te geven. Hij
doet dit in een viertal hoofdstukken, waarin achtereenvolgens
wordt behandeld: waterhuishouding, ontwatering, afwatering en
watervoorziening. De stof is zeer eenvoudig gehouden, zo eenvoudig
zelfs, dat ik mij afvraag of ze voor opleidingscursussen van land-
bouwonderwijzers (waarvoor ze volgens de schrijver mede bestemd
is) niet te weinig geeft.
Het boekje geeft voorzien van duidelijke foto's en tekeningen
een overzichtelijk geheel van hetgeen zich op het gebied van de
waterbeheersing kan voordoen.
Dat de polder een organisatievorm zonder voldoende machts
middelen is, terwijl het waterschap opgericht door de Provinciale
Staten deze machtsmiddelen wel bezit, zal men in zijn algemeen
heid zeker niet onderschrijven. Hoe talrijk zijn niet de polders die
in hun keur een verordenende bevoegdheid bezitten?
Met belangstelling zien we het volgende deeltje, dat o.a. ontgin
ning en ruilverkaveling zal behandelen, tegemoet. A. G.
Catalogus van kaarten, uitgegeven door de Topografische
dienst, Westvest 9, Delft. 77 blz. in ringband. 14,5 X 20 cm.
Deze catalogus, uitgegeven in september 1956, komt in de plaats
van de, inmiddels verouderde, catalogus van januari 1951. De mo
dernisering is in meer dan één betekenis ten gunste van de catalogus
en, men mag wel zeggen, ten gunste van de Topografische dienst
uitgevallen. De Nederlandse Topografische dienst vervult zijn taak,
zoals dat ook met de overige officiële kaarteringsdiensten het
geval is, zonder de algemene aandacht tot zich te trekken. Het is
daarom goed, dat deze nieuwe catalogus in zekere mate een „blik
vanger" is geworden. Ze heeft de indrukwekkende produktie van
de dienst op aantrekkelijke wijze opgedist, terwijl het uiterlijk
bewijst, dat bij deze dienst naast de topografie ook de typografie
in bekwame handen berust.
Nadat verschillende buitenlandse topografische diensten voor
gegaan waren in het illustreren van hun catalogi met voorbeelden
van de kaarten, heeft ook Nederland thans weer zijn geïllustreerde
kaartengids. Een royaal kaartfragment laat het type en het uiter
lijk van de diverse kaartenuitgaven zien. Dit is niet de enige ver
betering t.o.v. de oude uitgave. De doelmatigheid van de catalogus
is nl. zéér verbeterd door de geboden mogelijkheid aanvullings-
of wijzigingenbladzijden in te kunnen voegen. (Denk b.v. aan een
eventuele uitgave x 100 000.) De gedeeltelijk nieuwe inhoud van
het boekje demonstreert de veranderingen die zich sedert 1951
in de officiële Nederlandse cartografie voltrokken hebben. Daar
is dan in de eerste plaats het verdwijnen van de bladwijzer en van
de overzichtslijst van de kaart in de projectie van Bonne. Een be
wijs, dat de produktie van de bladen in de stereografische projectie