53
d>
d»,
0
(3)
(4)
(5)
waaruit volgt:
2A 9ik <h+bj) (ax—b2) sin 2$>ik (a2+bj) cos 2<D,A
2A ln lik «1+^2) (a2+^i) sin 2<P,£ (ax&2) cos 2®^ 1
(2)
Bepalen we nu het argument 0, waarvoor het met O variabele
gedeelte van A 9 nul is, uit
cos 20
&i b2
sin 20
a2 "I" ^1
2 r 2 r
met 2r= +{(a1 ï2)2 (a2
FIG 3
Met (3) kan (2) geschreven worden als:
A 9r sin 2 0)
2
A In lik 1- cos 2 (cp^ 0)
(2, 17) wordt hiermee:
A c^ik 2 r sin Ajik cos 2
A ln Vjik 2r sin Ajik sin 2
«1
2
De formules (5) zullen echter weinig behoeven te worden toege
past, omdat (4) tot een eenvoudige grafische methode aanleiding
geeft en dan beter (2, 17) zelf kan worden gebruikt.
(4) toch is de vergelijking van een cirkel met straal r en middel
punt M met coördinaten a2 èx), 1 (ax b2) op een links
draaiend A 9, A ln /-assenstelsel met de A ln /-as evenwijdig en gelijk
gericht met de over 0 gedraaide y-as.