lijk =-(?. Ij ln)~l (h S2 lz) (18)
3 3
63
(ziijk21.2.3) wordt dan vermenigvuldigd met de vector^ zj),
de projecties van deze resulterende vector op de 5-, resp. rras
geven A a.jik, resp. A In vjlk.
Numerieke berekening der correcties is mogelijk door (17a) in
reële en imaginaire delen te splitsen.
We vinden dan in het 5, 4-stelsel, waarin
5 3 (mod. {jl4) {x cos (arg. fx4) y sin (arg. |x4)}
7) 3 (mod. fx4) {—x sin (arg. |x4) y cos (arg. |x4)}
x\ijk - t\j t\k)r)2 ï)8)
3 3
(A Xjik) 4 (rlk 1]i) lijk "b {Ik li) 'flijk (I9a)
(A ln vjik)i (tja 7jijk Ik li) lijk(!9b)
Formule (19a) werd reeds door Schols afgeleid1).
Voor de aansluiting aan het vijfde punt wordt (14b)
(r)5 Z* 23 22 Z3 Z4) Z* (V! V3+¥4+V»
z2Zi Z3zj)
2 (%.V3+z1*2*4+ziV4+W*)
Waaruit volgt:
(A Ajfcjg fX5 =1ls{(Zk-\-z\Zi-\-Z^Zi-j-Zj)(Zk~\-ZkZi +2j) X
zkzi
X (2x 22 23 Z4) (2a Z4) (2422+Z3zj) {Z1Z3ZS~\~
+z2z3zi)}>
en hieruit volgt weer:
(A Xja) A Ay)3 [X3 (z/t Zj) {zh~f~zkzj zkzi~i~zj ~4~zjzi-\~Z{) -j~~
(zk-\-zj-\~zi) {zl4-z2~j~z3j~zi)
{ZjZg+Z^+Z^+Z^+Z^+Z^t)}. (20)
Door splitsing van (20) in imaginaire en reële delen kan men
formules voor numerieke berekening van A a en A ln v verkrijgen;
deze worden echter betrekkelijk ingewikkeld.
Een weg voor grafische berekening wijst zich, uitgaande van
de met (20) verkregen waarde voor:
5 door te berekenen (zie fig. 8)
Zk zj
(A XjOT A \k)3 (A ~kjk A Aty)s
Zm %k Zj
x) De Vos a.a.o., blz. 329, formule (236).