64
f-5 (zm zj) {{zm-\-ZjJrZkJrzi) (^i+^a+^8+^«)}- (2I)
Naar analogie van (17a) kunnen we het rechterlid van (21) schrijven
als:
4 izm Zj) {Z{jkm ^1.2.3.4)- (21 a)
FIG. 8
Doordat de uitdrukking tussen accoladen in (20) symmetrisch
t.o.v. de indices i, j en k is, kunnen we gemakkelijk van als
centraal punt op Pk of Pj overgaan. Een analoge opmerking geldt
voor (21).
Dit betekent, dat als eenmaal (20) is toegepast, de andere cor
recties via de kettingformule (21) betrekkelijk eenvoudig te be
rekenen zijn.
De te volgen weg voor de berekening voor aansluiting aan een
zesde en volgende punten zal nu wel duidelijk zijn. Zowel de nume
rieke berekening der correcties uit de met (20) overeenkomende ver
gelijkingen, als de grafisch-numerieke uit de met (21) overeen
komende kettingformules, zal echter steeds ingewikkelder worden.
Men zou in de verleiding kunnen worden gebracht, aan te nemen,
dat de correcties (A a)v en (A In y)v met opklimmende waarde van v
in absolute waarde steeds kleiner zouden worden, zodat voor de
resulterende correcties
1
A a (A a)v
(22)
A In v (A In v)v
1
met voldoende benadering zou kunnen worden volstaan met som
matie over de waarden met v 1, 2, 3 of nog 4.
Empirisch is echter gebleken, dat de methode van De Groot r)
b Zie noot 1, pag. 45,