CARTOGRAFIE
De moderne techniek van het vervaardigen
van kaarten
82
(Dit artikel is samengesteld door vijf leden van de Werkgroep voor Kaart-
reproduktie) 1).
Inleiding
In de internationale vaklitteratuur op landmeetkundig gebied,
voor zover deze in Nederland voor raadpleging beschikbaar is,
treffen we sedert I januari 1954 ruim zestig artikelen over onder
werpen uit de praktische cartografie en de reproduktietechniek aan.
Hierin zijn dus niet de reprotechnische tijdschriften als ,,Der
Polygraph", enz. begrepen. Ruim 70% hiervan is van Duitse oor
sprong.
Het boek: „Die Kartographie 1943-1954", deel 4 uit de zg.
Kartographische Schriftenreihe, bevat 200 Din A 4 pagina's
documentatie over de internationale litteratuur betreffende car
tografie. In de jaren 1954, 1955 en 1956 zijn in de Nederlandse
tijdschriften gemiddeld slechts een tweetal artikelen per jaar over
de technische kant van de moderne kaartvervaardiging verschenen.
En blijkens de litteratuurdocumentatie in „Die Kartographie
1943"1954" is het gemiddelde voor Nederland in de tien jaren die
aan 1954 voorafgingen, niet hoger geweest.
Gaan we het aantal artikelen na dat aan de cartografie van
Nederland is gewijd, die dus onderwerpen behandelen die het Neder
landse kaartwezen betreffen, dan blijkt het er in de jaren 1943-1954
slechts één te zijn geweest. Nederland is in dit opzicht (blijkens „Die
Kartographie 1943-1954") niet vlijtiger geweest dan bijv. de kleine
republieken uit midden Amerika. Landen als Zwitserland, Duitsland
en de Verenigde Staten van Noord Amerika schrijven in diezelfde
periode 30 a 50 bijdragen over hun nationale cartografie.
Wie de inhoudsopgave uit de jaren 1925-1950 van het Duitse
„Zeitschrift für Vermessungswesen" opslaat bij het hoofdstuk 9,
„Kartographie", vindt daarin 150 titels genoemd die alle een aspect
van de cartografie tot onderwerp hebben.
b De Werkgroep voor Kaartreproduktie van de Subcommissie voor Kaart-
reproduktie van de Rijkscommissie voor Geodesie bestaat uit de volgende
leden
Ir. H. L. van Gent, voorzitter (Kadaster)
Ir. L. van Zuylen, secretaris (Topografische dienst)
Ir. T. Edelman (Rijkswaterstaat)
M. J. J. Flink (Rijkswaterstaat)
Ir. C. Koeman (Technische hogeschool)
G. D. Raasveldt (Hydrografische dienst)