89
gebruik van een nieuw slijpmiddel en van de gladde offsetplaat, de
zg. bi-metaalplaat.
In Duitsland wordt het wetenschappelijk contact tussen de be
oefenaren van de grafische techniek en de beoefenaren van de carto
grafie gemakkelijk gelegd. Aan de Technische hogeschool te München
is een leerstoel voor de grafische techniek gevestigd, waarmee het
FOGRA-instituut nauw is verbonden. (FOGRA Forschung im
graphischen Gewerbe.)
Het lijkt ons niet juist in een landmeetkundig tijdschrift uit te
wijden over de techniek van het offsetprocédé. In de hieronder
volgende beschouwingen over de in Nederland toegepaste cartogra
fische techniek is dan ook geen plaats ingeruimd voor de kaarten-
druk. Overlapping dient te worden voorkomen. Er bestaat in
Nederland een uitstekend tijdschrift op het gebied van de druk
techniek, waarin dergelijke voorlichting beter op haar plaats is.
Na het bovenstaande overzicht van de actuele aspecten van de
cartografie, zoals deze in het internationale milieu ter sprake zijn
gekomen, willen we trachten de in Nederland toegepaste techniek te
bespreken. Ervaring uit de diensten zal hierbij worden vermeld. Het
lijkt ons logisch de grootste landmeetkundige dienst, het Kadaster,
in dit verband het eerst aan het woord te laten.
Hoe ontwikkelt zich de kaartreproduktie en hetgeen daar nauw mee
samenhangt hij het kadaster?
In een door de heer G. S. J. van den Berg in 1948 gehouden lezing,
die is gepubliceerd in jaargang 1949 van dit tijdschrift op blz. 230
e.v., is een idee gegeven omtrent de richting waarin de ontwikkeling
van de kaartreproduktie bij het kadaster zou kunnen gaan. Van
den Berg stelt daar dat men, d.w.z. de kadastrale dienstleiding,
streeft naar de invoering van een goedkope en eenvoudige repro-
duktievorm, waarbij hij dan als voorbeeld geeft het lichtdrukprocédé.
Tot op dat moment werd nl. elke reproduktie verkregen langs de
betrekkelijk dure fotografische weg.
Als we nagaan wat er van de door Van den Berg naar voren ge
brachte ideeën is gerealiseerd, dan blijkt dat van ongeveer een derde
gedeelte van de bestaande kadastrale plans reeds een filmplan is
vervaardigd op „kodagraph-autopositive" film. Voor alle bijzonder
heden hieromtrent kan worden verwezen naar de in dit tijdschrift,
jaargang 1953, blz. 29 e.v. gepubliceerde lezing van de heer H. C.
Hartman.
Het zal opvallen dat nog slechts 7000 plans in ruim drie jaar tijds
op film zijn overgebracht. Dit vindt vanzelfsprekend niet zijn oor
zaak in de capaciteit van het „Lauflichtgerat". Evenmin mag deze
oorzaak worden gezocht bij de reproduktie-inrichting in zijn geheel.
Het blijkt echter dat gemiddeld per oud-kadastraal plan een teke
naar twee a drie dagen nodig heeft om dit in een zodanige conditie
te brengen dat het geschikt wordt om te worden „gefilmd". In