127
voorheen nog geen toepassing vond, haar in een steeds andere vorm
naar voren doet komen.
Voor de zandgebieden, het rivierengebied, het oude kleilandschap
en de veenweidestreken, zullen in het onderstaande enige, voor
namelijk cultuurtechnische kenmerken worden vermeld, die naar
ons gevoel bepalend zijn voor het type ruilverkaveling, dat in
ieder dezer gebieden wordt toegepast. Hiermede wordt een de
eerlijkheid gebiedt te zeggen, aarzelende poging gewaagd tot
de onderscheiding van enige cultuurtechnische landschappen in
Nederland, die, indien verder ontwikkeld, wellicht kan bijdragen
tot ons inzicht in de ruilverkavelingstechniek.
De zandgebieden
Het meest markant zijn de oude zandbouwlanden, die ter opper
vlakte van rond 100.000 ha x) in verspreide complexen op de zand
gronden voorkomen. In de ruilverkavelingswereld is dit landschaps
type volkomen vertrouwd; vele essen, engen en akkercomplexen
zijn reeds door ruilverkaveling verbeterd.
Ofschoon de oude zandbouwlanden geografisch een zelfstandige
eenheid lijken te vormen, zijn zij in landbouwkundig opzicht een
onderdeel van het gemengde zandbedrijf, dat ook op de lage zand
gronden percelen heeft liggen. De lage zandgronden worden over
een oppervlakte van ongeveer een half miljoen hectare aangetroffen.
Bij de reeds op het oude zandbouwland aangegeven verkavelings
gebreken ontoereikende ontsluiting en sterke versnippering
voegen zich hier andere tekortkomingen, met name wateroverlast
en gebreken in het bodemprofiel. Voor vele madelanden, meenten
e.d. heeft de ruilverkaveling reeds wijziging en verbetering in de
vanouds gegroeide inrichting van het gebied gebracht.
Op de zandgronden tekent zich in het landschap duidelijk een
derde verkavelingstype af, dat van de jonge zandontginnings-
gronden. Voor zover de ontginningen van de laatste eeuw in dit
onderdeel van het zandgebied tot het stichten van nieuwe bedrijven
hebben geleid, kan men de jonge zandgronden reeds in het boerderij
type herkennen. Verder verraadt doorgaans het rechte wegtracé
eveneens de jonge leeftijd van het gebied. Een gedeelte van deze
gronden, die in totaal ongeveer 400.000 ha beslaan, is ontgonnen als
uitbreiding van reeds bestaande bedrijven. In het verband van
onze beschrijving worden zij gekarakteriseerd door rechthoekige
percelen, gelegen tussen een weliswaar rechtlijnig, doch veelal
overmatig dicht wegennet, dat in een slechte toestand verkeert.
l) De oppervlakten zijn door hergroepering ontleend aan W. M. Otto:
De oppervlakten van verschillende grondsoorten in Nederland (Landbouw
voorlichting 11, 1954, 254-255) en berusten op de indeling van de voorlopige
bodemkaart van Nederland. Tot goed begrip diene, dat in de oppervlakten
niet uitsluitend de cultuurgrond, doch over het algemeen ook de wegen,
bebouwingen, dorpen e.d. zijn begrepen.