140 rol vervult, is de landmeter met zijn medewerkers. Voor de toekomst lijkt het evenwel gewenst de landmeter van meet af aan bij de voorbereiding in te schakelen. Bij de moderne ruilverkaveling is hij een van de vele deskundigen, die zowel bij de voorbereiding als de uitvoering betrokken dienen te zijn. Voor een doelmatige en financieel verantwoorde uitvoering is het van het grootste belang, dat de samenwerking tussen de betrokken functionarissen van het Kadaster en de Cultuurtechnische dienst niets te wensen overlaat. De leer van de bedrijfsorganisatie wijst uit, dat de samenwerking van personen ten zeerste wordt bevorderd, indien een dusdanige organisatievorm wordt gekozen, dat daarbij de tussenmenselijke verhoudingen zoveel als maar enigszins mogelijk worden verbeterd. Daar de geodetisch-ingenieurs terecht in Delft worden opgeleid en de landbouwkundig-ingenieurs in Wageningen, zal men meer dan vroeger er op moeten letten, dat de landmeter het facet van de ruilverkaveling, dat hij behandelt, zoveel als maar mogelijk is, harmonisch inpast in het geheel. Daarvoor is evenwel nodig, dat hij zich van meet af aan met de andere deskundigen inleeft in de problematiek van het gebied en meebouwt aan het plan dat zal moeten worden uitgevoerd. Naarmate de voorbereiding breder en dieper wordt, wordt het eveneens noodzakelijk, dat de landmeter in een eerder stadium kan meewerken dan in de Ruilverkavelings- wet 1954 in artikel 51 wordt genoemd. Een en ander kan evenwel zonder wetswijziging worden geregeld, aangezien ook de taak en de samenstelling van een voorbereidingscommissie niet in de wet zijn genoemd. De financiële aspecten van de voorbereiding zijn vele. Met name speelt hierbij het vraagstuk van de kosten en de baten een rol. Moet men de hoogste urgentie geven aan de ruilverkaveling die het hoogste rendement geeft van het geïnvesteerde geld, of moet men andere overwegingen, als welstand van het gebied, meer of minder vertraagde ontwikkeling en dergelijke, een groter gewicht geven Over dit vraagstuk zal binnen afzienbare tijd door de Centrale Cultuurtechnische Commissie een uitspraak worden gedaan. Het lijkt ons niet opportuun daarover thans iets meer te zeggen, aan gezien het rapport van de „Werkgroep Hellinga" in discussie en het meerjaren- en urgentieplan in opbouw zijn. Wel mag hier worden opgemerkt, dat er een nieuwe ontwerp techniek, ten dele nog voor onderdelen van het plan, groeiende is. Op grond van een doelgericht onderzoek, te weten een nauw keurige waterpassing, bodemkaartering, sociaal-economisch onder zoek, cultuurkaart, boerderijenkaart, wegenkaart, waterlopen- kaart, perceelsvorm- en kavelrationalisatiekaart, wordt het plan van voorzieningen zodanig ontworpen, dat de plannen en be grotingen, behoudens toekomstige loon- en prijsstijgingen, zeker wel bij benadering als juist mogen worden aangemerkt. De af delingen Onderzoek van de Cultuurtechnische dienst in de pro-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 24