i47 Hoe staat het echter met de bouw van boerderijen, wanneer de boerderijbouw in groter verband met subsidiëring een onderdeel vormt van het plan van toedeling Naar mijn mening behoort deze boerderijbouw onder het begrip „openbare werken" te worden gerangschikt en dus op één lijn te worden gesteld met de werken die door openbare lichamen of door de Spoorwegen binnen de kring van de kooi worden ondernomen. Deze boerderijbouw zal dus moeten worden geduld door de kooiker en de eigenaar van de kooi, zij het onder verplichting tot vergoeding van de schade die zij in hun eendenkooi lijden. Ten einde vele moeilijkheden te ontgaan, is het dus raadzaam, niet zo maar tot opheffing van het oude zakelijke kooirecht over te gaan, ook al geeft de Ruilverkavelingswet daartoe de bevoegdheid, daar zich dan weer bij de lijst van geldelijke regelingen een nieuwe procedure over de schade ontspint. Als algemene praktische richt lijn gelde, dat men met eigenaar en kooiker tot overeenstemming ziet te komen omtrent een afkoop van het kooirecht of in speciale gevallen tot afkoop van het afpalingsrecht tegen een bepaald bedrag, waarbij zij van alle verdere aanspraken op schadevergoeding afstand doen, terwijl de eigenaar tevens machtiging verleent de registratie door te halen. Tracht de kooiker ondanks het rekenen van een overeenkomst tot afkoop desondanks zijn eendenkooibedrijf voort te zetten het geval deed zich in de praktijk voor dan ware hij strafrechtelijk te vervolgen, wat echter weer niet mogelijk is als hem een jachtakte is verleend en het vangen geschiedt in open jacht in een geregistreer de kooi. In het laatste geval helpen slechts civielrechtelijke maat regelen. Waarborgen bij de uitvoering van de werken Op basis van het voorlopige plan van wegen en waterlopen, zoals dit door Gedeputeerde Staten is vastgesteld, kan aanstonds nadat het besluit tot ruilverkaveling is genomen, worden aangevangen met de aanleg of verbetering van wegen, waterlopen, kaden en de daartoe behorende kunstwerken. In de eerste plaats in het belang van de komende verkaveling, dus van de betrokkenen zelf en voorts omdat binnen dit raam de toekomstige kavels moeten worden uit gezet. Tijdelijk ongerief is daarvan het gevolg, doch de eigenaren en gebruikers zijn verplicht dit te gedogen. De schade die zij lijden behoort te worden vergoed. In den regel wordt dan ook algemene medewerking ondervonden. Waar dit in incidentele gevallen niet gebeurt, behoort krachtig te worden opgetreden. Welke weg dient te worden bewandeld, wanneer bijvoorbeeld door een eigenaar of gebruiker een nieuw aangelegde weg weer wordt omgeploegd, een sloot wordt gedicht of een op last van de plaatselijke commissie opgeworpen wal wordt geslecht, dan wel andere noodzakelijke voorzieningen worden tegengegaan De bepaling van art. 48, dat spreekt van handelingen waardoor de waarde der onroerende

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 31