landschap is opgebouwd. In den regel wordt het landschapsschoon
opgebouwd uit een samenstel van elementen, die ieder voor zich
geen voorrang kunnen laten gelden. Het komt zelden of nooit voor,
dat één element uitsluitend de schoonheid van het landschap als
geheel bepaalt.
De beplanting is in vele gevallen ongetwijfeld zeer belangrijk en
dikwijls één van de meest aandacht trekkende elementen. Ze is
echter ook weer niet zo belangrijk, dat daarmee een landschap met
een onverzorgd uiterlijk tot een esthetisch bevredigend geheel kan
worden gevormd. Zeker is de beplanting niet het middel om een
onaantrekkelijk landschap op te sieren. Vóór alles moet de beplan
ting op de juiste plaats in het landschap staan om tot haar volle
waarde te komen. Er zijn gevallen waarin beplantingen een mono
tone indruk maken. Dit ligt dan niet aan de beplantingen als
zodanig, maar aan de plaats die haar in het landschap werd toe
gemeten. Dergelijke beplantingen zouden, mits ze op de juiste
plaats waren aangebracht, een monumentaal karakter kunnen
dragen. Bij nadere overweging van het verschil in schoonheid dat
valt op te merken, ligt veelal de conclusie voor de hand, dat het
vooral een kwestie is van onderlinge verhoudingen, die zulk een
grote invloed heeft op de waardering van de schoonheid.
Niet alleen kunnen beplantingen op zichzelf een aantrekkelijke
schoonheid bezitten, maar in de vorm van lanen, singels, stroken
en bossen brengen ze een deling in het landschap te weeg. In een
vlak landschap zonder enig houtgewas wordt over niets beschikt,
dat enig idee geeft van maat. Het hout en in het bijzonder de op
gaande bomenrijen kunnen een aangename beperking van de ge
zichtswijdte geven, waardoor de oneindigheid tot waarneembare
ruimten wordt teruggebracht. Het is in het bijzonder de deling
die houtopstanden in het landschap teweeg brengen, die tot een
menselijke schaal kunnen leiden.
Het zijn ook de houtopstanden, die het karakter van verschillende
landschappen in ons land sterk beïnvloeden. We kennen open
landschappen en gesloten landschappen met talloze variaties daar
tussen, die veelal typisch zijn voor verschillende streken in ons land
en het karakter er van bepalen. Er valt daarvoor geen norm vast
te stellen en er kan dan ook bezwaarlijk worden gesproken van het
ene ideale landschap. Bij de landschapsverzorging moet ernaar
worden gestreefd het eigen karakter van een landschap, zoveel als
daartoe aanleiding wordt gevonden, te bewaren en te verbete
ren.
Bij de opstelling van landschapsplannen is het nodig vooraf een
analyse te maken van het aanwezige landschap. Veelal zal dit tot
de ontdekking leiden, dat het landschap geleidelijk aan, maar zeker
gedurende de laatste decenniën, op tal van plaatsen wijzigingen
heeft ondergaan, die zeker niet steeds ten voordele van het land
schapsschoon zijn aan te merken. Het landschap mag dan ook niet
te zeer als statisch worden gezien, maar veeleer als dynamisch. Er
i5i