zullen zijn, maar er is ook een zeer groot gebied waarop zij in voortdurend nauw contact met elkaar hun werk zullen moeten verrichten om de beste resultaten van een ruilverkaveling te kunnen bereiken! Nadat de eerste Nederlandse ruilverkavelingswet van 31 oktober 1924 was tot stand gekomen, werd een begin gemaakt met de in stelling van de kadastrale ruilverkavelingsdienst. De Minister van Financiën besloot de landmeters van het kadaster J. J. Gorter en O. J. Jonas voor een half jaar naar Duitsland te zenden om de nodige ervaring op te doen en hen voor te bereiden voor de aan de landmeter van het kadaster krachtens de wet toegewezen taak van bijstand aan de plaatselijke commissie. Deze detachering is, dank zij de grote medewerking die de Duitse autoriteiten hebben ver leend, van grote betekenis geweest voor de wijze van uitvoering van ruilverkavelingen in Nederland. Genoemde landmeters hebben het Duitse systeem van ambtelijke uitvoering grondig leren kennen en het goede daarvan overgenomen voor zover dat paste in de door de Nederlandse wet gehuldigde opvatting van uitvoering van verkavelingen door een plaatselijke commissie, bestaande uit vertrouwensmannen van het blok. Met kennis van zaken konden zij een Nederlands systeem opbouwen. De kadastrale ruilverkavelingsdienst is klein begonnen en bestond in 1925 slechts uit zes kadastrale ambtenaren. Dit aantal ambtenaren is al naar gelang er meer verkavelingen in uitvoering kwamen, geleidelijk gegroeid tot ongeveer 100 in 1942 en tot onge veer 200 thans. In de eerste jaren ging het trouwens maar langzaam met het in uitvoering nemen van nieuwe verkavelingen en in de jaren dertig kwam het zelfs herhaaldelijk voor, dat het personeel van de ruil verkavelingsdienst voor andere kadastrale werkzaamheden be schikbaar was. Toen echter door de nieuwe ruilverkavelingswet van 1938 de vroeger vereiste dubbele meerderheid, nodig om tot uitvoering van een ruilverkaveling te geraken, was vervangen door een enkele meerderheid, hetzij van het aantal eigenaren, hetzij van de opper vlakte van de grond, toen is een toenemende stroom van nieuwe verkavelingen in uitvoering genomen, zij het dan ook dat in de jaren 1942 tot 1947 de oorlogsomstandigheden hun invloed lieten gelden. Ik laat hieronder een overzicht volgen van de grootte van de gebieden die in de verschillende jaren werden ter hand ge nomen. Dit overzicht toont wel aan hoezeer het werk van de ruilverkavelingsdienst in de afgelopen tien jaren is toegenomen en het is begrijpelijk, dat de kadastrale dienst, die ook op andere fronten moest strijden om aan de toename van het werk het hoofd te kunnen bieden, voor een uiterst zware taak heeft gestaan en nog staat. Men moet zich er nog over verbazen, dat de dienst in staat is i59

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 43