170 de indruk wisten te vestigen, dat dit georganiseerd optreden van buitenstaanders uit zuivere motieven was voortgekomen. Gewijzigde omstandigheden Er is sindsdien veel veranderd. De ruilverkaveling heeft zich ontwikkeld tot een veelomvattende maatregel. Andere artikelen in dit nummer geven daarvan een duidelijk overzicht. In dit verband zijn vier kenmerken van belang; nl. plaats, grootte, inhoud en kosten van het plan. Deze kenmerken hebben elk op hun wijze de verhouding mens ruilverkaveling zo ingrijpend gewij zigd, dat de romantische periode definitief tot net verleden behoort. De plaats waar een ruilverkaveling in uitvoering wordt genomen, werd vroeger willekeurig vastgesteld. Natuurlijk werd er zoveel mogelijk naar gestreefd de gebieden die er het meest voor in aan merking kwamen, aan te pakken, maar wanneer het stemmings programma landelijk werd vastgesteld, waren er weinig exacte gegevens beschikbaar, die konden verklaren waarom nu juist deze gebieden werden aangewezen. Het urgentieprogramma dat men thans tracht samen te stellen, zal in ieder geval de procedure in grijpend veranderen. Enerzijds zal de volgorde waarin de gebieden in uitvoering komen, voor lange tijd aangegeven kunnen worden, afgezien van noodzakelijke correcties, anderzijds zal door het af wegen van een zo groot aantal factoren de menselijke factor de zogenaamde rijpheid in verschillende gevallen minder bepalend zijn dan voorheen. Dit leidt er toe, dat men reeds jaren voor de stemming maatregelen zal overwegen om de vaktechnische en mentale gesteldheid op de komende ruilverkaveling af te stemmen. De landelijke landbouwvoorlichtingsraad tracht thans reeds de ruilverkavelingen met streekverbeteringsplannen te „omhullen". Dit brengt met zich mede, dat de reeds intensieve voorlichting heeft plaatsgevonden, voordat de landmeter kennis maakt met de bewoners, afgezien van de gevallen waarin men zo verstandig is, als onderdeel van het voorlichtingswerk, ook hem de gelegenheid te geven van zijn werk te vertellen. In ieder geval zal de landmeter niet meer zoals vroeger vanaf het begin met de bevolking optrekken als onderdeel van het voorlichtende werk. De grootte van de ruilverkavelingen is in de loop der jaren aan zienlijk gestegen. In het kader van ons onderwerp moet op twee consequenties hiervan worden gewezen. In de eerste plaats is het onderhouden van persoonlijk contact met de grondgebruikers in deze grote verkavelingen niet meer mogelijk. Bovendien is het voor de landmeter zelf onmogelijk al het werk in deze grote verkavelingen zelf te verrichten. De inhoud van de plannen is al even ingrijpend gewijzigd als de grootte daarvan. Het feit, dat van tijd tot tijd uit bepaalde gebieden die de „oude stijl" hebben meegemaakt, de wens naar voren komt ook nog een keer mee te mogen doen met de nieuwe stijl, wijst er duidelijk op, dat de plannen thans veel uitgebreider zijn..

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 54