i85
die per gemeente en sectie geschiedt (het perceelnummer), niet
overeen met het kavelnummer.
Zijn de nieuwe kavels bekend, dan kan de kadastrale kaart, het
bijblad, worden getekend. Op dit bijblad behoeven slechts de be
grenzingen van de wegen en waterlopen en van de nieuwe percelen,
alsmede de perceelnummers in de tekening te staan. De schattings-
gegevens en de sub 2, 3, 4 en 6 genoemde aanduidingen mogen
op deze kadastrale kaart niet voorkomen. Het bijblad wordt ver
kregen, hetzij door kopiëring van de eigendomsgrenzen van het
werkplan II, hetzij door kaartering met behulp van de voor de uit
zetting van de kavelgrenzen benodigde meetgetallen.
Het kaarteren is een tijdrovend werk; het kopiëren leidt tot een
minder nauwkeurig resultaat. Het is bekend, dat het mogelijk is
bij een bepaalde methode van reproduktie van een tekening, bij-
voorbeeld de blauwe lijnen die op het origineel voorkomen in de
kopie te laten verdwijnen.
Er moet dus worden onderzocht of deze methode ook kan worden
gebruikt bij de samenstelling van het werkplan II. Ten einde na te
gaan welke methode voor het laten wegvallen van kleuren het minst
kostbaar is en welke kleuren eventueel als wegvallende en blijvende
kleuren gekozen moeten worden, werden twee reproduktiemethoden
beproefd, nl. één waarbij de fotografie als tussenschakel werd ge
bruikt en één waarbij een direkte kopie werd vervaardigd. Het bleek,
dat de tweede methode het minst kostbaar was. Als wegvallende
kleuren bij deze methode toonden anilineblauw, Pelikan ultramarijn
blauw en groen het best aan het doel te beantwoorden. Als blijven
de kleur voldeed zwart (linnenmerkinkt) beter dan rood.
Duiden we dus die gegevens, die voor het bijblad met van
belang zijn, met de vier wegvallende kleuren, en de eigendomsgren
zen en de perceelnummering met zwart aan, dan zal bij reproduktie
van het werkplan II door middel van de directe kopie het bijblad
als resultaat verschijnen. x)
In het voorgaande heb ik beschreven, dat het mogelijk is op een
meer efficiënte wijze te werken door technische hulpmiddelen die
tot nu toe niet zijn gebruikt, toe te passen. Maar ook mag zeker
niet uit het oog worden verloren, dat een goede verstandhouding
tussen de medewerkers, die mede ontstaat door een verantwoorde
verdeling van hun taken en verantwoordelijkheden, een doelmatige
uitvoering van een ruilverkaveling ten goede komt.
Delft, maart 1957-
b Dit onderwerp werd uitvoeriger behandeld in de „Ruilverkavelings-
bode" van december 1956: Het sluitstuk van de proef „Beltrum