198 werken en bouwwerken aan het hoofd van stadsontwikkeling en bouw- en woningtoezicht opgedragen, dan komt die laatste functio naris wel zo ongeveer op een directieniveau. Het werk kan ook worden vergeleken met de meer administra tieve functies die b.v. de registratuur en de boekhouding hebben. Dat kunnen organen zijn die rechtstreeks als staforganen onder de directie staan, maar ook zijn organisaties denkbaar, waarbij deze organen samen met b.v. grondbedrijf en woningbedrijf onder één bedrijfseconomische afdeling ressorteren. Gezien de veelzijdigheid van de taak die een landmeetkundige afdeling in een gemeente heeft, zie ik organisatorisch als mogelijk heden bij een kleine directie: zelfstandige afdeling; bij een grotere directie: onderafdeling van stadsontwikkeling c.a. In het geval Breda waar de directie van Openbare Werken be staat uit een directeur en één adjunct-directeur, is de oplossing van de zelfstandige afdeling gekozen. Behalve bovengenoemde argumenten hebben daartoe mede geleid xe. de omstandigheid dat de landmeetkundige afdeling onder een academisch gevormd persoon moest staan en 2e. de specialistische inslag van het te verrichten werk, hetgeen met zich brengt dat aan het hoofd van de landmeetkundige besog nes nu eenmaal uit de aard van het werk de verantwoordelijk heid toekomt zijn eigen zaken te regelen. Als ik U verzeker dat ik sedert de oprichting van een land meetkundige afdeling nagenoeg nimmer meer ben gesteld voor de problemen van niet passende zaken, is dat m.i. wel een bewijs, dat voor de middelgrote gemeenten een academisch gevormd land meter, beschikkend over het nodige personeel, onmisbaar is. Hier, op Uw congres is de vraag aan de orde: „Wat is de maat schappelijke betekenis van de landmeetkunde?" In het congres programma is gesteld, dat enige personen de maatschappelijke betekenis van hun dienst zouden belichten en daarbij tevens aan dacht zouden schenken aan plaats en taak van het landmeetkundig personeel. Zoéven heb ik al enige bemoeiingen genoemd van de diensten van gemeentewerken waar landmeetkundige kanten aan zitten. Hoewel organisatorisch grote verscheidenheid bestaat, kan in het algemeen worden gesteld, dat een gemeente voor een goede beharti ging van haar taak het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van haar inwoners een organisatie nodig heeft, die zorgt dat het individu in de gemeenschap niet alleen kan blijven bestaan, doch waarlijk kan leven. Dit eist, vooral in ons land, veel reglementering. Misschien ben ik een primitief en individualistisch mens. In wezen nl. beschouw ik alle gereglementeerde maatschappelijkheid als een noodzakelijk kwaadj waarbij ik van het kwaad evenzeer

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 82