Op woensdagavond was het banket, dat werd gegeven in de
Hall of the Worshipful Society of Apothecaries of London, een
eeuwenoud gebouw, oorspronkelijk een klooster der Dominicanen,
waar wij ons verplaatst voelden in een omgeving van 300 jaar
geleden. De „Ceremony of the Loving Cup" (een vriendschapsdronk
uit een gemeenschappelijke bokaal) bezorgde velen een vrolijk
ogenblik, maar toch voelde men daarin de waarde van een eeuwen
oude traditie.
Donderdag, bezoek aan Windsor Castle, één van de koninklijke
buitenverblijven. Vooral de St. George's Chapel, met o.a. de vlaggen
van de Ridders van de Kouseband, maakte op allen een diepe
indruk.
De vrijdag was gereserveerd voor een grote excursie. Bezocht
werd één van de 14 nieuwe steden rondom Londen, Crawley. De
bedoeling van de bouw van deze nieuwe steden is, grote delen van
de Londense bevolking te laten werken en leven in een omgeving,
die hun meer contact met de natuur verschaft. Uitgaande van deze
opvatting is Crawley de moderne uitbreiding van een plattelands
dorp, planologisch tot in details ontwikkeld volgens opvattingen
van de laatste tijd. Schitterende industrie-, woon- en winkelwijken
werden ons getoond, met ruime straten en voorzien van groene
stroken, sportvelden, kinderspeelplaatsen, de huizen niet groot
maar zeer licht en voorzien van allerlei moderne gemakken als
centrale verwarming, boiler, wasmachine, plastic wand tussen
voor- en achterkamer e.d. Het geheel maakte een fleurige indruk
en het moet voor de bewoners een enorm verschil zijn hun beroep
uit te oefenen in de wereldstad Londen of in de moderne stad
Crawley. Bij de bezichtiging van de nieuwe woningen hebben we
ons wel de vraag gesteld of alles er over 10 jaar nog zo fris en aan
genaam zal uitzien, want ons lekenoog meende hier en daar toch
wel tekortkomingen te constateren. Met de bouw werd begonnen
in 1947; thans wonen er ca. 30.000 mensen, terwijl gerekend wordt
op een uitbreiding tot ongeveer 60.000.
Aan het einde van deze welbestede dag werd gezamenlijk gegeten,
waarna de grote familie uiteen ging, ieder naar zijn eigen land,
maar niet dan na beloofd te hebben elkander in 1957 te zullen
ontmoeten op de bijeenkomst van het Comité Permanent te Wies-
baden van 3 tot 7 juni a.s.
A.G.
215