SE 248 men voor de richtingsmeting gemakkelijk van dubbelbeeld naar enkel beeld kan overgaan. De bijbehorende baken zijn van het normale type, d.w.z. een verticale verdeelde stander met een diopter en een hori zontale noniusbaak (zie figuur 46). Voor polygonering met geleide centrering bestaan speciale baken, die men in het onderstel van de theodoliet kan plaatsen. 12. Reductietachymeter DAHLTA 020 In het kader van een algemene verbetering der instrumenten heeft men in Jena ook de oude DAHLTA een vernieuwing doen onder gaan. Zoals bekend, is de DAHLTA een voor hoogte en afstand zelfredu- cerende tachymeter voor meting met verticale baak. Daartoe is zij uitgerust met een hammerdiagram. (Voor het principe hiervan, als mede voor een beschrijving van de oude DAHLTA zij verwezen naar het Leerboek der Landmeetkunde van Prof. Schermerhorn en Ir. van Steenis.) Bij het oude instrument was het diagram aangebracht op een glazen schijf, waarop tevens de verdeling van de verticale rand was aange bracht de stralengang werd eenmaal geknikt, om welke reden het oculair opzij van de kijker was geplaatst. Het diafragma met de kruisdraden bewoog langs de diagramschijf, hetgeen aanleiding gaf tot parallax. Bij het nieuwe instrument (figuur 47) heeft men deze constructie dan ook verbeterd in die zin, dat thans het diagram wordt afgebeeld in het vlak van de kruisdraden. Daartoe wordt de stralen-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 30