!3C
252
De centrering van het instrument kan men uitvoeren m.b.
centreerstok (zie figuur 44), waarbij men een afwijking van ca.
verwachten kan.
De bijbehorende DAHLTA-baak (zie figuur 51)
is een 4 m lange, opklapbare cm-baak en heeft een
instelmerk voor de nullijn van het diagram. Onder
dit instelmerk is de verdeling in rood uitgevoerd.
Voor de meting van magnetische azimuts kan men
een doos- of een buisboussole op het instrument mon
teren.
De theodoliet kan met de stelschroeven van het
onderstel worden afgenomen en worden vervangen
door een optisch centreerinstrument of een signaal,
zodat men meting met geleide centrering kan uit
voeren.
Ten slotte zij nog vermeld, dat men, evenals bij de
andere nieuwe theodolieten van Zeiss, een dubbel
beeldprisma voor het objectief kan plaatsen.
rj. Rcductictachy meter REDT A 002
Deze nieuwe REDTA uit Jena (figuur 52) ver
schilt slechts weinig van zijn voorganger. In hoofd
zaak is de optische inrichting verbeterd.
Het instrument is geschikt voor nauwkeurigheids-
tachymetrie, optische veelhoeksmeting en detailmeting
volgens de poolcoördinatenmethode.
Evenals het oude type is dit instrument slechts
zelfreducerend voor de horizontale afstand; de hoog
teverschillen moeten worden berekend door de hori
zontale afstand met de tangens van de elevatiehoek
te vermenigvuldigen.
De reductie geschiedt d.m.v. prisma's van Bosko-
vich (zie hiervoor het Leerboek der Landmeetkunde
van Prof. Schermerhorn en Ir. van Steenis).
Op de horizontale baak leest men de beeldverschui
ving af met een nonius, die men met een optische
micrometer laat coïncideren met strepen van de baak
verdeling (zie figuur 53).
De horizontale afstand leest men op de nonius af
in dm en op de micrometertrommel in cm. Om de
zgn. angulaire persoonlijke fout te elimineren, die ont
staat door de ongelijke breking in verschillende vlak
ken van het oog, heeft men er voor gezorgd, dat de
twee helften van de intreepupil op elkaar worden
afgebeeld.
In de correcties van de afstand, die nodig zijn
wegens het feit dat de top van de afstandsdriehoek
v. een
1 mm
Fig. 51-