CARTOGRAFIE
Ir. C. KOEMAN,
Optische pantografen
De oudste methoden die men in de cartografie heeft toegepast
bij het verkleinen of vergroten van kaarten, zijn die waarbij het
vierkantennet en de reductiepasser gebruikt werden. Op 17-eeuwse
manuscriptkaarten ontdekt men nog vaak een vierkantennet,
aangebracht in potlood. Dit vierkantennet diende als hulpmiddel
bij het kopiëren. In die gevallen waarbij de (meestal verkleinde)
gekopieerde manuscriptkaart ook bewaard gebleven is, ziet men
hierop een in potlood getrokken gereduceerd vierkantennet. De
afstanden van de figuratiesnijdingen met de ruitlijnen werden uit-
gepast t.o.v. de snijpunten van de ruitlijnen. Al of niet met behulp
van de reductiepasser werden deze afstanden weer op het geredu
ceerde vierkantennet gekaarteerd. Het is niet waarschijnlijk, dat
deze zeer oude methode tegenwoordig nog toepassing vindt.
Een eveneens zeer oude methode is het verkleinen of vergroten
door middel van het gelijkvormigheidsparallelogram. Deze techniek
staat sedert lange tijd bekend als „pantograferen". Dit woord is
waarschijnlijk afgeleid van de naam die het geperfectioneerde pa
rallellogram gekregen heeftde pantograaf. Alleen reeds door een
beoordeling van het uiterlijk van de pantograaf krijgt men de indruk
met een instrument te maken te hebben, waarvan de oorspronkelijke
oude vorm slechts geringe veranderingen ondergaan zal hebben.
Van de oude camera obscura is het niet bekend, dat hij ooit voor
het vergroten of verkleinen van kaarten gebruikt is. Het volgende
stadium in de ontwikkeling van de kaartreductie was het gebruik
van een fotografisch objectief. Hiermee ging dan inderdaad het
fotograferen van de kaart gepaard. Het met de hand kopiëren van
het kaartbeeld in het beeldvlak van de camera is nooit populair
geweest. De belangrijkste reden hiervoor zal wel zijn, dat een der
gelijk oneconomisch gebruik van een kostbare reproduktiecamera
tegen elk verstandelijk gevoel indruist.
Wanneer een cartografisch bureau echter de beschikking zou
hebben over een camera, waarin een betrekkelijk gering bedrag
geïnvesteerd zou zijn en die zich in de eerste plaats zou lenen voor
het met de hand natekenen van vergrote of verkleinde kaartbeelden,
zou dit zeker een verbeterde techniek van het pantograferen be
tekenen.
Sedert zestien jaren kent Nederland reeds een dergelijke camera,
nl. de Procota, een door het Algemeen technisch en industrieel
bureau Jac. W. Rijns te Heerlen vervaardigde optische pantograaf.
wetenschappelijk hoofdambtenaar aan de
Technische Hogeschool te Delft: