wingen over erts- en kolenvoorraadberekeningen besluiten het boek. Niet alleen de mijnmeter, maar ook de geodeet zal in het be sproken werk veel vinden, waarmee hij zijn voordeel kan doen. Ten slotte zij nog vermeld, dat ook van dit tweede gedeelte het druk- en tekenwerk prima verzorgd is. S. Drent Internationale Streckenmesskurse 1953 in München, her- ausgegeben von o. Prof. Dr. M. Kneissl. 221 blz. 15 x 21 cm. Marianne Wittke Verlag, Goslar, 1955. Dit boek bevat een deel van de voordrachten gehouden tijdens bovengenoemde cursus. Behalve een serie uittreksels uit de prospectussen van diverse firma's, die hier onbesproken zullen blijven, bevat dit boek veel wetenswaardigheden over de afstandsmeting. Na een interessante inleiding van M. Kneissl volgen enige arti kelen van G. Förstner, K. Schwidefsky en W. Schneider, die be handeld zullen worden bij de bespreking van de boeken: „Optische Streckenmessung und Polygonierung" van O. von Gruber en „Genauigkeit der optischen Streckenmessung mit Theodolit und Basislatte" van G. Förstner. Gaan we de overige voordrachten na, dan hebben wij allereerst van A. Kruidhof: „Beseitigung optischer Fehler durch systema- tisches Distanzmessen". Flierin worden voor de dubbelbeeld- afstandsmeting de fouten gesignaleerd die afkomstig zijn van de kijker en het prisma. Deze fouten werden vroeger beschouwd als persoonlijke fouten, maar uit fotografische opnamen bleek dit niet zo te zijn. Ook bleek dat door de zgn. „Bildtrennung" de fouten afkomstig van de vertekening van de kijker goeddeels werden op geheven. Het is interessant hiertegenover te stellen de voordracht van E. Berchtold: „Die Bildtrennung in den Doppelbild-Tachymetern". Berchtold blijkt in tegenstelling met Kruidhof nog steeds de mening te zijn toegedaan, dat het grote voordeel van de „Bildtrennung" is gelegen in het opheffen van de persoonlijke oogfouten. Verder wil ik noemen de voordracht van F. Kobold over de 2-meter-basisbaak, waarvoor ook in Nederland ruime toepassings mogelijkheden blijken te zijn. Heckmann geeft een interessante lezing over dradenafstands- meting met horizontale baak. Volgens hem worden door het plaatsen van een zeer klein diafragma achter het oculair de fouten veroor zaakt door de parallax geëlimineerd. Hij komt tot nauwkeurigheden in de enkele meting van 15 mm op de 100 m. Onderzoekingen hier over zouden zeker de moeite waard zijn. Belangrijk ook voor Nederland was de lezing van R. Conzett over de nieuwe zelfreducerende dradenafstandsmeter van Kern met verticale baak. Mede door een op deze baak toegepast trans- 2Ó0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 42