stelde zijn taak gedurende zovele jaren te verrichten. Hij toonde
zich eveneens dankbaar voor de ondervonden prettige samenwer
king, eerst met het bestuur van de Vereniging voor Kadaster en
Landmeetkunde, later met het hoofdbestuur van de N.L.F. Op
één uitzondering na woonde hij alle hoofdbestuursvergaderingen bij
Met veel genoegen ook dacht hij terug aan de prettige band die
er steeds heeft bestaan met zijn mederedacteuren. De redactie
verricht belangrijk en nuttig werk voor de federatie en in het
algemeen voor de landmeetkunde.
De secretaris onderstreepte deze woorden en dankte de redactie
en de redactiesecretaris voor het vele werk, dat zij in het afgelopen
jaar wederom verrichtten.
Bij acclamatie werden vervolgens de redacteuren Mr. ir. C. G. van
Huls en Prof. R. Roelofs als zodanig herbenoemd. Als opvolger van
de heer Harkink werd de door de Vereniging voor Kadaster en Land
meetkunde, de Vereniging van Civiel-landmeters en Geodetisch-
Ingenieurs en de Vereniging van Hoofdambtenaren van het Ka
daster gestelde kandidaat, de heer Ir. H. L. van Gent, tot redacteur
administrateur van het tijdschrift benoemd. De heer Van Gent
verklaarde zijn benoeming te aanvaarden en dankte de vergadering
voor het hem betoonde vertrouwen. Hij verzocht de leden zijn werk
te steunen door voldoende kopij te zenden.
Prof. Baarda dankte het hoofdbestuur voor de toekenning van
zijn oorkonde. Het voorbereidend werk van de h.t.w., waarvan
vele personen, ook vele jongeren, medewerken, was zwaar. De
voordrachten over de h.t.w. werden alle in een buitengewoon
prettige sfeer gehouden en er was geen verschil tussen landmeters
van het kadaster en landmeters van andere diensten. Hetgeen
hij deed heeft geleid tot een tot elkaar brengen en mede daarom werd
hem z.i. deze oorkonde verleend. Het is belangrijk, dat op de inge
slagen weg wordt voortgegaan en dat deze zal leiden tot het ont
staan van één grote club van Nederlandse geodeten.
Uit het antwoord, dat de heer Rogge ontving op zijn vraag naar
het thans ingekomen bedrag voor het F.I.G.-fonds, bleek wel, dat
nog lang niet ieder aan de herhaalde oproepen van de aangesloten
verenigingen gevolg heeft gegeven, zodat een opwekking tot steun
aan dit fonds op zijn plaats is.
In aansluiting op de huishoudelijke vergadering kwam de con
grescommissie opnieuw in vergadering bijeen. De laatste voor
dracht werd bijgewoond door de heren Ir. A. Hellemans, directeur
van de Staatsmijnen in Limburg en Ir. G. E. P. M. Raedts, directeur
van de Oranje-Nassaumijnen. Zij zaten tevens als gast aan bij de
gemeenschappelijke lunch, die volgde op de sluiting van het weten
schappelijke gedeelte.
De voorzitter dankte de sprekers, de leden van de congrescom
missie en allen die verder hadden medegewerkt aan het doen slagen
van dit congres.
Het congres werd des middags besloten met een rondrit door
266