moeten worden opgevangen in het model. De commissie moest
aanknopen bij een fysische lijn als de kadastrale grens. De eigenaar
kan immers niet van een mathematische lijn uitgaan. In de H.W.T.
zijn de factoren genoemd, die het onmogelijk maken een opgemeten
lijn mathematisch juist uit te zetten. Men is daarom tot de betrouw-
baarheidsgebieden gekomen. Spreker acht het vigerende rechts
stelsel gelukkig, want in landen met een positief stelsel is er sprake
van een schijnkadaster. Het juridische model is op afspraken ge
bouwd, maar het technische model ook, nl. op axioma's. De land
meter moet vrij blijven; hoe meer voorschriften er zijn, des te minder
diensten worden door het kadaster aan de maatschappij verleend.
Ook juristen moeten weten waarover ze spreken. Zij hebben nooit
begrepen, wat de lijntjes op de kaart betekenen.
De heer Ir. W. van Riessen merkt op, dat er weliswaar geen
wettelijke regeling, is maar een historische interpretatie. Een wet
is steeds in het uitzicht gesteld. Treub sprak van het recht der
werkelijkheid en de grote verdienste van de nieuwe H.T.W. acht
spreker de aanpassing aan het recht der werkelijkheid. Het kiezen
van een mathematisch model bij de aanwijzing is een grensaan-
duiding. Het maakt volgens spreker dan ook geen verschil, of de
meting voor het transport verricht wordt of daarna (hiertegen
nemen verschillende sprekers later stelling). De rechter zal ook geen
andere beslissing nemen. De H.T.W. geeft de rechter houvast
voor de betrouwbaarheidsstrook.
De heer W. Joosten verstaat onder de gegeven maatschappelijke
grootheden objecten van rechten, die echter nooit openbaar ge
maakt kunnen worden. Bij de aanwijzing is een object van rechten
op een bepaald tijdstip vastgelegd. Hij zou de stelling willen poneren
dat geen eigenaar weet waar zijn rechtsgrens ligt.
De heer P. Rietsema wijst er op, dat het onzeker is, wat er met
de grens "gebeurt tussen het moment van overschrijving en dat van
de opmeting.
De heer Van Huls is het eens met de idealisatie en realisatie.
Wat het geven van voorschriften betreft, neemt hij een min of
meer formeel standpunt in. Het vrij laten van de grondeigenaren
ligt hem niet. Het is mogelijk van belanghebbenden te eisen, dat
zij een zodanige strook aanwijzen, dat er een mathematische lijn
bedoeld wordt. In de wet kan de fictie worden opgenomen, dat de
gerealiseerde grens de oorspronkelijke grens is. Dat het bij positieve
stelsels niet veel beter is, komt doordat b.v. in Duitsland vroeger
een belasting-(negatief) kadaster was. Over het voor en na de akte
meten wil de spreker niet lang uitweiden. Hij wil wel eens een artikel
schrijven, waarin de nadelen van het na de akte meten, die hij
iedere dag tegenkomt, tot uiting komen.
De voorzitter dankt de heer Van Huls voor zijn interessante
voordracht, dankt de leden voor hun aanwezigheid en sluit daarna
de vergadering.
Arnhem, mei 1957 Wytema
270