271
Verslag van de voordracht van Dr. Naudé
over de tellurometer
Op woensdag i mei j.l. heeft Dr. Naudé uit Zuid-Afrika voor een
groot gehoor in het Geodesiegebouw te Delft een lezing gehouden
over de tellurometer, die kort geleden in zijn land is ontwikkeld.
Deze afstandsmeter is in de reeks van de instrumenten van Berg-
strand en Gigas een instrument dat dient om door middel van
elektromagnetische golven afstanden te bepalen.
Dr. Naudé verklaarde, dat de minimumafstand die met dit in
strument nauwkeurig kan worden gemeten, ongeveer 150 m is.
Een maximale capaciteit noemde hij niet, doch afstanden van
30 km kunnen zeer goed met dit instrument worden bepaald.
Volgens zijn verklaringen is de nauwkeurigheid ongeveer 1/500.000.
Een groot voordeel van dit instrument is dat het veel lichter in
gewicht is dan de reeds bekende instrumenten. In totaal weegt
het slechts 12 kg en kan, eenvoudig verpakt, op de rug worden
gedragen.
In het eerste gedeelte van zijn rede behandelde de spreker uit
voerig de fysische theorie die ten grondslag ligt aan het instrument
daarna ging hij in op de geodetische mogelijkheden en tevens op
de foutenbronnen die de resultaten kunnen beïnvloeden.
Er zijn weinig atmosferische omstandigheden die de metingen
schaden. Alleen bij zware regenval verkrijgt men resultaten van
inferieure kwaliteit.
De reflexen van radiogolven tegen de grond kunnen storing ver
oorzaken. Door hogere opstellingsplaatsen te kiezen kunnen deze
worden vermeden.
Bij metingen over een wateroppervlak is het niet het oog op het
uitschakelen van deze reflexen beter de metingen uit te voeren bij
winderig weer. Het wateroppervlak is dan niet in rust, waardoor
regelmatige weerkaatsing wordt tegengegaan.
Zoals bij de andere soortgelijke instrumenten wordt de nauw
keurigheid van de meetresultaten bepaald door de kennis van de
juiste voortplantingssnelheid van de elektromagnetische golven.
Dr. Naudé hield hierover een uitvoerige uiteenzetting en vermoedde,
dat de topografische gesteldheid een slechts geringe invloed uit
oefent op de voortplantingssnelheid.
Bij de discussie trokken de heren Verstelle en Prof. van Heel dit
in twijfel; zij veronderstelden, dat de verschillen in het geleidend
vermogen van het aardoppervlak en het aardmagnetisch veld de
oorzaak zouden kunnen zijn van aanmerkelijke verschillen in de
voortplantingssnelheid. Onderzocht moet worden of behalve de
verschillende correcties die reeds door Dr. Naudé in zijn berekenings
formulieren zijn opgenomen, ook hiervoor nog een correctie kan
worden vastgesteld. Prof. van Heel merkte echter op, dat dit geen
eenvoudige zaak zou zijn.
Dr. Naudé zegde toe, dat binnenkort een publikatie kan worden