224
Voorbeeld 2
Objectief met 18 cm. Vertekeningsvrije beeldhoek 6o°
verkleining vergroting afbeelding
1:5 5 X 1:1
beeldafstand 22 cm 108 cm 36 cm
voorwerpsafstand 108 cm 22 cm 36 cm
beelddiameter 24 cm 120 cm 40 cm
De hoogte van een met deze gegevens geconstrueerde optische
pantograaf met verticale optische as zou minstens 130 cm bedragen.
Voorbeeld 3
Objectief met 30 cm. Vertekeningsvrije beeldhoek 60°
verkleining vergroting afbeelding
1:5 5 x x x
beeldafstand 36 cm 180 cm 60 cm
voorwerpsafstand 180 cm 36 cm 60 cm
beelddiameter 40 cm 200 cm 66 cm
De hoogte van een met deze gegevens geconstrueerd instrument
zou, bij verticale optische as, minstens 220 cm bedragen.
Bij voorbeeld 1 merken we op, dat het objectief voor het gestelde
doel zeer oneconomisch is. Het beeldformaat is nl. te klein. Bij
een verkleining 1 5 zou slechts een kaart waarvan de diagonaal
65 cm meet, in haar geheel afgebeeld worden. Bij afbeelding op de
schaal 1 1 wordt slechts een oppervlakte met een diameter van
21 cm benut. Het voordeel van deze kleine brandpuntsafstand is,
dat een compacte uitvoering van het vergrotings- en verkleinings
toestel mogelijk wordt. (Het tekenvlak zal nl. op tafelhoogte komen
te liggen.) De prijs van een dergelijk objectief is momenteel enkele
honderden guldens.
Wensen we het voordeel van de handige werkhoogte te behouden,
bij verticale optische as, en daarbij een meer rendabel objectief te
gebruiken, dan zijn we gedwongen enkele duizenden guldens te
betalen voor een objectief met een beeldhoek van b.v. 90°. Bij een
dergelijk objectief wordt de diameter van het beeld bij
verkleining 1 5 vergroting 5 x afbeelding 1 1
25 cm 125 cm 42 cm
Bij voorbeeld 2 merken we op, dat de constructie bij toepassing
van een verticale optische as te hoog wordt, hoewel het objectief
overigens zeer goede eigenschappen bezit.
Bij voorbeeld 3 is het gemakkelijk in te zien, dat een dergelijk
objectief het doel ver voorbij schiet. De beelddiameter is in de
meeste situaties onnodig groot, terwijl de constructie zelf tot reus
achtige afmetingen gestegen is.
Tussen de objectieven met 10,5 en 18 ligt dus het „ideale"