In een artikel in het Drents Landbouwblad (23) deelt Naar ding
mede, dat enige jaren geleden het Drents Genootschap een zg.
Escommissie heeft opgericht, die tot taak heeft zoveel mogelijk
de perceelsnamen vast te leggen die door ruilverkaveling enz. ver
loren dreigen te gaan. Want in die perceelsnamen is een schat van
gegevens vastgelegd die elders niet zijn bewaard: woorden, die
terugwijzen naar oude taaltoestanden, naar oude gebruiken, naar
oude methoden van landbewerking, naar oude gewassen, sinds lang
verdwenen, ja zelfs naar oude historische gebeurtenissen en ver
houdingen, en naar wat al niet meer. Vandaar dat overal de opteke
ning van deze namen is begonnen. Om zeer praktische redenen, nl.
die van het bodemonderzoek, houdt o.a. prof. Edelman in
Wageningen zich bezig met de verzameling van deze namen. (24)
Vele percelen worden door de plaatselijke bevolking sinds eeuwen
aangeduid met bepaalde namen, waarvan de betekenis vaak on
bekend is, maar die van geslacht op geslacht zijn overgeleverd,
zonder ooit op schrift te zijn gesteld.
Dr. P. W. J. van den Berg, oud-predikant van Nijeveen,
wiens boek Het karakter der plattelandssamenleving (25) iedere ruil-
verkavelaar kan worden aanbevolen, schreef eens (26)
Voor de landbouwhistoricus zijn de volgende, niet-schriftelijke,
bronnen vooral van belang: prehistorische overblijfselen, plaats
en veldnamen, perceelsvormen van akker- en weilanden. (27)
Na al deze Nederlandse stemmen over het nut en de betekenis
der toponymie wil ik nog een Belgisch, Frans, Duits en Zwitsers
geluid laten horen, waarna het laatste woord is aan het hoofd van
de Beierse RuilverkavelingsdienstRegierungsdirektor Dr.-Ing.
Hans Gamperl.
Ir. Paul Lindemans (28) schrijft dat voor de kennis en de
geschiedenis van het landschap twee jonge wetenschappen kostbare
inlichtingen geven: de plaatsnaamkunde en de bodemkunde.
Charles Rostaing zegt het volgende (29):
282
Van het nut en de noodzakelijkheid van ruilverkaveling van de oude,
hopeloos versnipperde percelen, waarin de oude essen en maden in
verschillende streken van ons land langzamerhand waren verdeeld,
is tegenwoordig ieder wel overtuigd.
Doch hoe nuttig en voordelig de ingewikkelde ruiltransactie ook is,
toch gaan daarbij enkele dingen verloren die van waarde waren, al
lijken zij op het eerste gezicht niet van veel gewicht. Daartoe behoren
de akkernamen, die in de meeste gevallen kunnen worden nagegaan
uit oude registers en koopakten, waaruit blijkt, dat zij reeds eeuwen
oud waren en door de eeuwen heen ook aan dezelfde percelen verbonden
bleven.
Daarom is het jammer dat nu door de verkaveling de oude akker
namen teloor zouden gaan en alleen maar vervangen worden door
kadastrale nummers. Het zou zeker de moeite lonen deze oude namen
te verzamelen en nader te onderzoeken, en te blijven gebruiken, omdat
zij ons door de voorvaderen zijn overgeleverd niet alleen, maar ons
door hun karakteristieke vormen ook een beeld geven van het strijden
en werken van vroegere geslachten en de vaste verbondenheid van de
boer met zijn grond.