HOOFDSTUK II
284
liche Quellen fehlen. Sie zeugen oft von der Urkraft des wortschöpfe-
rischen Geistes und von einzelnen Zügen der Sprachentwicklung. Sie
sind, kurz und umfassend gesagt, eine Erkenntnisquelle hohen Wertes,
ein Kulturgut.
De schrijver van het standaardwerk over ruilverkaveling Dr.-Ing.
Hans Gamperl, heeft ook belangstelling voor de veldnamen als
hij schrijft (32)
Eine Besonderheit stellt in einigen Landern der Bundesrepublik
die Sorge um die Erhaltung der Flurnamen dar.
Die verschiedenen Flurteile, ja die meisten Felder, Wiesen und Wald-
stücke einer Gemeindeflur führen bestimmte Bezeichnungen man
könnte sie fast mit Eigennamen vergleichenmit denen sie im Volks-
mund allgemein angesprochen werden. Diese Flurnamen, teilweise
vor Jahrhunderte entstanden und von Generation zu Generation über-
liefert, geben meist wichtige Hinweise auf die Frühgeschichte, auf
Siedlungsmethoden, auf Kultur und Brauchtum, auf geologische und
klimatische Besonderheiten, auf soziale, soziologische und geschicht-
liche Vorgange und nicht zuletzt auf die Entwicklung der Land- und
Volkswirtschaft unserer Vorfahren.
KADASTER, RUILVERKAVELING EN TOPONYMIE
IN ENIGE LANDEN
I. Duitsland
Reeds in 1905 schreef de Duitse landmeter R. Kost (33) over
veldnamen. Hij voert een pleidooi voor hun behoud en betreurt
het zeer, dat door de ruilverkavelingen zoveel namen verdwijnen.
Velen zullen zeggen, zo schrijft hij, dat de veldnamen een gewicht
wordt toegekend dat hun helemaal niet toekomt. Doch waarom zal
de landmeter aan het opsporen van de veldnamen niet dezelfde
zorg besteden als aan zijn ander werk? Men moet niet vergeten,
dat zoals men nu over de veldnamen denkt men nog maar kort
geleden over de waarde van burcht- en kloosterruïnes dacht.
Ongeveer 100 jaar geleden schonk koning Wilhelm III een
ruïne aan een Duitse generaal, die het grootste gedeelte liet weg
breken om met de stenen een schaapskooi te bouwen! Thans ziet
men toch wel in, dat deze ruïnes meer zijn dan opeenhopingen van
meer of minder nuttige bouwstenen. Het zijn monumenten van
het Duitse verleden. Maar ook de veldnamen zijn dat! Zij vormen
vaak de enige neerslag van de lokale geschiedenis, het enige rust
punt in het ontbindingsproces van de tijd. Ook zijn ze vaak voor
de taal van veel belang. Daarom wordt het tijd dat aan deze zaak
meer aandacht wordt besteed. Wij hebben, zegt hij dan, reeds een
voorschrift voor de landmeters die bij de ruilverkavelingsdienst
werkzaam zijn, bijzondere zorg te besteden aan het behouden van
gedenktekens. Een voorschrift om onze gedenktekens op taal
kundig gebied, onze veldnamen, te behouden, moge spoedig volgen.
Voordat zij „dienstlich dazu angehalten sind", behoren de land
meters zich het lot van de veldnamen aan te trekken!
Dat was 50 jaar geleden.