298
De kolom „plaatselijke benaming", die zich in de kadastrale
legger voor ieder perceel bevindt, blijft tegenwoordig meestal
oningevuld. Het kadastrale nummer trad in de plaats van de naam,
of zoals Kurandt (119) het uitdrukt: het nummer is a.h.w. de
naam van het perceel. Kalma (120) constateerde, dat evenals de
mensen in het produktieproces ook het stuk land een nummer is
geworden. Dat kan niet anders, doch laten we proberen de namen
te verzamelen.
En hierbij kan ook het Nederlandse kadaster helpen, want dat
is ook een bron voor de toponymie.
Wiegersma (121) wijst er op dat in de processen-verbaal van de
grensbepaling nog wel eens materiaal voor de toponymie kon zitten.
Schönfeld (122) merkt op dat bij de bureaus van de land
bouwkundige (hij bedoelt natuurlijk landmeetkundige) dienst van
het kadaster, de oorspronkelijke kaarten, die bij de oprichting
van het kadaster zijn vervaardigd, de z.g. minuutplans, talrijke
oude namen bevatten.
De voorschriften betreffende de schrijfwijze en het opnemen van
de veldnamen op de plans, zijn in Duitsland al 100 jaar oud.
Scholze deelt daarover het volgende mede (123):
In der Vermessungsanweisung vom 22.Juni 1855 hatte die Badische
Direktion der Katastervermessung bereits angeordnet, dass die Flur-
namen in die Katastcrplane einzutragen sinddie Dienstanweisung vom
9.August 1862 enthalt in Par. 49 unter dem Titel Orthographiebericht der
eigenen Namen folgende Bestimmungen„Die Namen der Ortschaften,
Gewanne, Waldungen, Berge, Flüsse, Bache und anderer aufgenomme-
ner Gegenstande sind so zu beschreiben, wie es in amtlichen Fertigungen
üblich ist. Der Geometer hat aber auch die alte, ursprüngliche Schreib-
art und, womöglich, die Abstammung des Namens durch Einsicht der
Lagerbücher, Urkunden und Ortschroniken zu erforschen und über die
Ergebnisse dieser Bemühungen einen bündigen Bericht zu den Vermes-
sungsakten zu fertigen, welcher vom Gemeinderat und Geometer zu
unterzeichnen und dem Vermessungsinspektor zur Einsichtnahme vor-
zulegen ist, bevor die örtliche Priifung vorgenommen wird."
In anderen Bundeslandern wird es ahnliche Bestimmungen gegeben
liaben.
Onze minuutplans zijn vervaardigd naar de voorschriften van
het Recueil Méthodique. (124) Bij het doorlezen krijgt men niet de
indruk dat men veel belangstelling had voor de namen.
Op blz. 122 van Le cadastre frangais (100) staat:
Le lieu-dit, connu suivant les régions sous les noms de finage, mas,
réage, triage, etc. correspond a un groupement de parcelles du territoire
communal auquel les habitants ont coutume d'appliquer une certaine
appellation
Hieruit blijkt dat „canton" en „triage" andere namen zijn
voor „lieu-dit". Dit heeft de vertaler van de Franse tekst van de
Recueil Méthodique niet begrepen. Ook de betekenis van het woord
„lieu-dit" is hem ontgaan. Men vergelijke de Franse en Hollandse
tekst van de artikelen 223, 237, 298, 686 en 808, als bijvoegsels V
en VI opgenomen. De kadastrale kaarten kunnen dus een bijdrage