waar ongeveer het oude kerkhof zou hebben gelegen en ik
stootte op een doodskop. De plaats van het kerkhof was gevonden
dank zij de veldnaam Torenakker.
Wijlen de heer Moerman, die een vooraanstaand toponymist
in Nederland was, had mij al eens zijn nood geklaagd dat de kadas
trale gegevens zo moeilijk toegankelijk waren voor studiedoel
einden. Op 29 december 1953 hield de Amsterdamse commissie
voor naamkunde een bespreking met vertegenwoordigers van
regionale en lokale organisaties die geheel of ten dele op naam
kundig gebied werkzaam zijn. Ook bij deze gelegenheid werd er
op gewezen dat het in Nederland zeer moeilijk was, inzage te ver
krijgen van het kadastrale materiaal, dat voor een onderzoek van
veel belang kan zijn. Ik adviseerde toen, eens overleg te gaan plegen
met het hoofd van de afdeling Kadaster en Hypotheken.
Op 18 maart 1954 kwam een aanschrijving tot stand, die het
mogelijk maakte, dat ten behoeve van wetenschappelijk onder
zoek op naamkundig gebied, de kadastrale bescheiden kosteloos
worden geraadpleegd. Ook werd toegestaan dat desverlangd
fotokopieën van kadastrale minuutplans en andere kaarten wer
den vervaardigd tegen het daarvoor geldende tarief.
Voor zover mij bekend, is dit de eerste keer dat het kadaster
zich officieel met de toponymie bemoeit. Naar ik hoop, zal dit niet
de laatste maal zijn. Mogelijk verschijnt er nog eens een voorschrift
dat de naamgeving regelt naar Zwitsers voorbeeld!
HOOFDSTUK III
TOEPASSINGEN VAN DE TOPONYMIE
i. Namen van wegen en waterlopen
Een van de doelstellingen van de ruilverkaveling is door het
verbeteren van oude en het aanleggen van nieuwe wegen, die
tegenwoordig bijna alle worden verhard, een betere ontsluiting
te verkrijgen. Ook de waterbeheersing in een ruilverkaveling is
van het grootste belang. Als gevolg hiervan zullen vaak ettelijke
kilometers waterlopen moeten worden gegraven. Kortom, het plan
van wegen en waterlopen is een belangrijk onderdeel van een
verkaveling.
De nieuwe wegen zullen alle een naam moeten hebben. Prof.
Van Poelje heeft eens opgemerkt, dat het geven van een naam
aan mens, dier of ding vermoedelijk wel de meest voorkomende
ordescheppende daad is. (132) Ik wil dit gaarne aannemen, maar
tevens opmerken dat een verantwoorde naamgeving, óók van nieuwe
wegen, verre van eenvoudig is.
Over dit onderwerp bestaat betrekkelijk weinig litteratuur.
Wel is er in diverse boeken terloops een korte beschouwing aan
gewijd, doch de Belg Leenen (133) is eigenlijk de eerste die op
301