3°3 Hier kan worden opgemerkt dat reeds in 1926 de toenmalige landmeter J. J. Gorter, later hoofd van de ruilverkavelingsdienst, ook op dit gebied baanbrekend werk heeft verricht. Bij de naam geving van de nieuwe wegen in de ruilverkaveling „Nieuwleusen I" heeft hij de veldnamen ingeschakeld. Zo zijn ontstaan de Vene- kampenweg en Polhoevenweg. Bij de ruilverkavelingen „Staphorst- Oost" en „Eemnesser Polders" werd doorhem een zelfde gedragslijn gevolgd. Ook op Terschelling zijn vele namen van de in de ruil verkaveling aangelegde nieuwe wegen ontleend aan de veldnamen. In vele ruilverkavelingen worden de oude namen bewaard door overleg tussen de plaatselijke commissie, de landmeter- deskundige en de gemeente. In de ruilverkaveling „Nieuwleusen II", die een groot gedeelte van de gemeente Nieuwleusen beslaat, werd m.i. de beste methode gevolgd. De raad van deze plattelandsgemeente benoemde op voorstel van de burgemeester een kleine commissie van advies. De leden waren de burgemeester, een wethouder, een wethouder tevens lid van de plaatselijke commissie, de secretaris, de landmeter- deskundige en de schrijver dezes. Later werd er nog een raadslid aan toegevoegd dat belangstelling en liefde voor deze zaak bleek te hebben. De ervaring heeft geleerd dat een dergelijke commissie van advies niet vroeg genoeg kan worden ingesteld. De commissie heeft gedurende twee jaar vele avonden aan dit culturele werk besteed en na moeizaam overleg is het door haar voorgestelde plan vrijwel ongewijzigd door de gemeenteraad aanvaard. Moll (139) merkt in 1953 op: Er is dus blijkbaar verschil van mening over de vraag, wie de namen van de wegen moet vaststellen: de raad, burgemeester en wethouders of eventueel het waterschap. Dit gaf aanleiding tot de volgende vraagstelling (140) Hierop werd als antwoord gegeven Het ware te wensen, dat men in de namen van nieuwe straten die van de landerijen waarop zij verrijzen, vastlegde. Zoals b.v. toen onlangs het gemeentebestuur van Tiel voorstelde, een nieuwe straat Lokstraat te noemen naar het stuk land Lok, waarop de straat gebouwd wordt. De gang van zaken bij straatnaamgeving is niet in alle gemeenten dezelfde. In de meeste worden zij sedert het midden van de vorige eeuw, stellig mede onder invloed van de geest der Gemeentewet van 1851, door de Raad vastgesteld. In Rotterdam stelt het Dagelijks Bestuur der gemeente de namen vast. De Raad is er dus daar, evenals in Utrecht, nooit aan te pas gekomen. 12. Geven van straatnamen. Bij de invoering van een straatgewijze huisnummering in deze gemeente is de vraag gerezen of de gemeenteraad bevoegd is namen te geven aan wegen, die in eigendom toebehoren aan een polder en door die polder worden onderhouden en beheerd. M.i. is de raad hiertoe bevoegd op grond van het bepaalde in art. 167 der gemeentewet. Deelt U die mening

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 33