3°7 afdoende oplossing zal worden verkregen, indien de nieuwe namen door Gedeputeerde Staten worden vastgelegd. Ik stel me voor dat Gedeputeerde Staten van elke provincie een vaste commissie benoemen, die advies uitbrengt. In deze commissie behoren m.i. o.a. zitting te hebben vertegenwoordigers van die culturele ver enigingen, waartoe diverse gemeentebesturen zich reeds thans vaak wenden om advies bij de naamgeving van nieuwe wegen. Ik noem b.v.de Fryske Akademy, de Groninger Heerdencommissie, de Commissie Esonderzoek van het Drents Genootschap, de Ver eniging tot beoefening van Geldersche geschiedenis, Brabants Heem, de Culturele Raad van Limburg. Wat tot nu toe over de naamgeving van wegen is gezegd, geldt „mutatis mutandis" ook voor de belangrijkste waterlopen. 2. Boerderijnamen schrijft Govers. (145) De „ruilverkaveling nieuwe stijl" is een agrarisch ontwikkelings plan geworden. In Nederland zullen in de toekomst dus vele nieuwe boerderijen moeten worden gebouwd; in Vriezenveen, een gebied van ca. 4300 ha, alleen reeds 70. De eigenaren zullen er over het algemeen prijs op stellen dat hun boerderij een naam krijgt. Bij de keuze kunnen de beschikbare veldnamen uitstekende diensten verrichten. Postma (146) deelt mee: Ook hier kan de vraag worden gesteld wie de namen moet geven. Ik meen dat de eigenaar van de boerderij hiervoor de aan gewezen persoon is, al zal hij er goed aan doen met zijn pachter overleg te plegen. Hij neme hierbij goede nota van wat Vine, van Wijk (147) eens schreef: Ruilverkaveling in 1955 betekent niet alleen aanleg van wegen en verbetering der waterbeheersing, noch alleen economischer werken door samengevoegde beter gelegen en beter gevormde percelen, maar houdt ook in verplaatsing van oude in de dorpskommen gelegen - boerenwoningen naar het midden van de polder, de plaats, waar het landbouwbedrijf uitgeoefend wordt Over boerderijnamen is weinig geschreven. Vrij wat stof is verzameld in het boek Boerderijnamen door P. Vine, van Wijk (19), maar dit werk bevat niet zoveel historie. Aangaande Friese boerenplaatsen vinden we veel gegevens in deel IV van het Friesch Woordenboek met Friesche naamlijst van Joh an Winkler. In de Nomina Geographica Neerlandica vindt men in verschillende delen stof, maar weinig „theorie" ik heb alleen aangetekend, uit deel III, van Johan Winkler Sommige Geldersche plaatsen in oorsprong en beteekenis en een belangrijk artikel van C. J. Snuif in deel VI over De Gewaarde erven in het kerspel van Enschede. Maar overigens heeft men zich in deze, en ook in de Nom. Geogr. Flandrica, niet veel met de boerderijnamen bezig gehouden. Veel vaker echter kozen of kiezen landheren en edelen voor de onder hen staande boerderijen zelf een naam en liet of laat zich de pachter zo'n huis- en hofetiket opdringen, zonder soms goed te weten, waarom de hoeve zó en niet anders gedoopt werd of wordt. Die namen zijn in den regel niet de meest karakteristieke. Ook de pastoor of predikant, de onderwijzer of een andere autoriteit sprak of spreekt hier soms een woordje van voorlichting mee. In die namen zijn dus invloeden in het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 37