Litteratuuroverzicht
274
als vertegenwoordigers van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat
Mr. W. J. Noteboom, referendaris, werkzaam aan de directie van
de Waterstaat en Ir. A. J. van der Weele, hoofd van de Meet
kundige dienst van de Rijkswaterstaat te Delft, afwisselend al
naar gelang van het onderwerp der beraadslagingen;
als vertegenwoordiger van het Ministerie van Justitie:
Mr. L. de Vries, wetenschappelijk hoofdambtenaar-A bij de afdeling
Wetgeving van het Ministerie van Justitie;
als vertegenwoordiger van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten
Mr. J. F. Jansen, secretaris van de gemeente Arnhem;
als vertegenwoordiger van de Broederschap der Notarissen:
Mr. I. van de Velde, notaris te Arnhem;
als vertegenwoordiger van de Vereniging van Hypotheekbanken:
Mr. Th. A. Hoog, directeur van het concern van de N.V. Utrechtsche
Hypotheekbank te Utrecht;
voorts:
Prof. ir. W. Baarda, hoogleraar aan de Technische Hoogeschool te
Delft;
Prof. mr. J. H. Beekhuis, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te
Groningen
Prof. mr. S. N. van Opstall, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht
Prof. dr. ir. W. Schermerhorn te Delft;
c. tot eerste secretaris: het lid der Commissie Mr. ir. S. M.
Meelker; tot tweede secretaris: A. Vink, referendaris, werkzaam
aan het Ministerie van Financiën.
Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit
besluit, hetwelk in de Nederlandsche Staatscourant zal worden
geplaatst.
Soestdijk, 12 augustus 1957. JULIANA,
de Minister van Financiën a.i.,
Struycken.
Allgemeine Vermessungs-Nachrichten, 1956, nr. 8.
Vermessungstechnische Rundschau, sept. 1956.
In Hessen, een van de Westduitse „Lander", is op 1 augustus
1956 een kadasterwet in werking getreden. De wetstekst vindt men
afgedrukt in de Vermessungstechnische Rundschau van september
1956 en in de Allgemeine Vermessungs-Nachrichten, nr. 8, jg. 1956,
tezamen met de tekst van een Abmarkungsgesetz, die op dezelfde
datum van kracht werd. Terecht zegt de redactie van laatst
genoemd tijdschrift, dat deze wetten verdienen ook in andere
landen te worden bestudeerd en „nachgeahmt".
In een land als het onze, waar omtrent het kadaster nagenoeg
