334
Nederlandse Landmeetkundige Federatie
Bibliotheek voor Kadaster en Landmeetkunde
Uitleningen geschieden aan alle lezers van dit tijdschrift.
Aanwinsten
10-43. Baarda. Waarnemingsrekening. Hoofdstuk 5. Methode der kleinste
kwadraten voor niet-correlerende waarnemingsgrootheden. 42 blz. Delft. 1956
10-44. Baarda. Enkele aspecten van de theorie die ten grondslag ligt aan
de H.T.W. 1956. 34 blz. Delft. 1957
10-45. Woordenlijst waarnemingsrekening. 9 blz. Delft. 1957
110-221 D. Ephemeris of the sun, Polaris and other selected stars with
companion data and tables for the year 1956. 32 blz. Washington. 1955
110-226. Vening Meinesz. Het ontstaan van plooiingsgebergten en conti
nenten. Artikel in De Ingenieur. 1956
110-227. Bericht über die Tatigkeit des Instituts ftir Angewandte Geodasie
fiir die Zeit vom 1.4.1953 bis 31.3.1955. 100 blz. Frankfurt a. M. 1956
110-228. Wolf. Das von L. Tanni bestimmte Geoid und die Frage der
Elliptizitat des Erdaquators. 55 blz. Frankfurt a. M. 1956
110-229. Kneissl. Das Deutsche Schweregrundnetz. I. Pendel- und
Gravimetermessungen 1952-1955. 63 blz. Miinchen. 1956
110-230. Sigl. Astronomisch-geodatische Beobachtungen I. Ordnung
1954. 47 blz. Miinchen. 1956
110-231. Watermann. Richtlinien für den Aufbau des Deutschen Schwere-
netzes. 23 blz. Miinchen. 1956
110-232. Kneissl. Der deutsche Anteil an der Europaischen Gravimeter-
Eichlinie Hammerfest-Rom. 75 blz. Miinchen. 1956
110-233. Kneissl. Die internationalen europaischen Gravimeter-Eich-
basen. 80 blz. Miinchen. 1956
110-234. Gigas. Neue Gedanken zur Beschleunigung der Triangulation I.
Ordnung. Die Frage der Notwendigkeit der Wiederholung von Basismessun-
gen im europaischen Dreiecksnetz. Die Entwicklung des Verfahrens zur
Messung von Distanzen mittels hochfrequent modulierter Lichtwellen.
43 blz. Frankfurt a. M. 1956
110-235. Gigas. La muesre interférométrique des distances. Présentation
du géodimètre. 17 blz. Frankfurt a. M. 1956
110-236. Kneissl. Niveau und Massstab des vorlaufigen europaischen
Gravimeternetzes. 55 blz. München. 1956
110-237. Gas Deutsche Schweregrundnetz. Pendel- und Gravimeter
messungen auf' den europaischen Gravimeter-Eichlinien im Jahre 1955
ausgeführt durch das Deutsche Geodatische Forschungsinstitut. 36 blz.
München. 1956
110-238. Toussaint. Projectie van Bonne. 59 blz. Eindhoven. 1956
110-239. Merkel. Grundzüge der Kartenprojektionslehre. Teil I. Die
theoretischen Grundlagen. 43 blz. München. 1956
110-240. Tomaschek. Probleme der Erdgezeitenforschung. 20 blz.
München. 1956
110-241. Gedenkboek F. A. Vening Meinesz. 364 blz. 's-Gravenhage. 1957
12-77 G. Manual of instructions for the survey of the public lands of the
United States. 621 blz. Washington. *947
12-86 D. Elements of surveying. Department of the Army. 233 blz.
Washington. 1953
12-92. Handleiding voor de technische werkzaamheden van het Kadaster.
380 blz. 's-Gravenhage. 1956
12-93. Ackerl. Geodasie und Photogrammetrie. 2. Teil: Rechnerische
Bearbeitung der Vermessungsergebnisse. 479 blz. Wien. 1956
120-34. Kneissl. Beitrage zur indirekten Streckenmessung mit 2m
Invarbasislatte und Sekundentheodolit. 36 blz. Stuttgart. 195b
120-35. Toussaint. Optische afstandsmeting. 88 blz. Arnhem. 1956
