VERSCHILLENDE ONDERWERPEN
Kadaster, ruilverkaveling en toponymie
278
verschillende methoden van puntsbepaling. De schrijver maakt
echter geen gebruik van gerichte elementen en daardoor mist dit
gedeelte de elegantie van hetgeen in Nederland op dit gebied werd
gepubliceerd. Interessant is de variant op de bekende benaderings
methode voor de vereffening van een polygoon, vermeld op blz. 68.
In dit hoofdstuk zijn ook opgenomen de ambtelijke voorschriften
van diverse landen voor de toelaatbare sluittermen van veelhoeken.
In hoofdstuk D worden de gebruikelijke methoden van grootte
bepaling op overzichtelijke wijze behandeld, gevolgd door toe
passingen op verdelingsvraagstukken.
In het laatste hoofdstuk maakt de schrijver een keuze uit de
praktische toepassingen van de eerste drie hoofdstukken. Slechts
20 bladzijden zijn hier gewijd aan nauwkeurigheidsbeschouwingen
over fotogrammetrie. De behandeling van de nauwkeurigheid van
veelhoeken en snelliuspunten is oppervlakkig. Tot besluit geeft
de schrijver een samenvatting van de formules der waarnemings
rekening in het formalisme der matrixrekening.
Aan het slot van elk hoofdstuk is een uitgebreide verwijzing
naar Duitse litteratuur opgenomen.
Ter verduidelijking van de tekst werd een afzonderlijk boekje
met 23 rekenvoorbeelden toegevoegd. A. H. Kooimans
Ir. R. J. DE WIT,
hoofdlandmeter-A van het kadaster, Zwolle:
INLEIDING
Het landmetersberoep is waarschijnlijk een van de oudste beroepen
van de wereld. (1-9) Vooral een landmeter die met ruilverkavelings
werkzaamheden is belast, krijgt met vele facetten van het vak
te maken. (10) Tijdens de geodetische week die in 1950 te Keulen
werd gehouden, merkte Prof. Dr.-Ing. M. K n e i s s 1 uit
München op: „Der Beruf des Vermessungsingenieurs ist vielseitig
und greift auf viele Randgebiete über". (11)
Een van de randgebieden van ons vak is de toponymie, een
nog jonge wetenschap, waarover door Nederlandse taalkundigen,
historici, bodemkundigen en geografen is geschreven. Voor zover
mij bekend, heeft nimmer een Nederlandse landmeter, in tegen
stelling met zijn buitenlandse collega's, aan de toponymie een
studie gewijd. Deze scriptie wil trachten in dit tekort te voorzien.
Hoofdstuk I is gewijd aan de betekenis en het nut van de topo
nymie.
In hoofdstuk II zal worden nagegaan wat in Duitsland en
Zwitserland reeds door landmeters is verricht. Bovendien zal
verwijst naar de litteratuurlijst.