352 De twee beelden bewegen zich in tegengestelde richting en het moment van ontmoeten wordt geregistreerd. Twee oorzaken hebben er toe geleid, dat instrumenten, gebaseerd op dit weliswaar Fig. 3. Gang van de lichtstralen bij het klassieke astrolabium goede principe, nooit een belangrijke plaats tussen de andere waar nemingsinstrumenten hebben bereikt. Ten eerste werd bij de meeste typen slechts één tijdwaarneming per ster verkregen en ten tweede waren de waarnemingen zeer persoonlijk ten gevolge van de indivi duele reactietraagheid van de waarnemers en fouten in de scherp- stelling van de twee beelden. Om genoemde nadelen te voorkomen plaatste Prof. Danjon in het brandvlak van objectief en oculair een dubbelbrekend prisma (Wollastonprisma), dat de eigenschap bezit van één straal twee gepolariseerde stralen te maken (zie fig. 4). De twee door het Fig. 4. Invloed van het Wollaston-prisma op de gang van de lichtstralen. objectief gevormde sterbeelden worden dus verdubbeld; het ene paar gevormd door de evenwijdige lichtstralen wordt benut, het andere afgeschermd. Door nu het prisma langs de optische as te bewegen, is het moment van samenvallen van de beelden vast te houden. Op die manier worden 24 tijdregistraties gemaakt. De snelheid waarmee een synchroonmotor het prisma doet verschuiven, is evenredig met de sinus van het azimut van de ster. De juiste snelheid wordt automatisch ingesteld bij het in azimut zetten van prisma hoofdvlak van het WO LL ASTON-prisma

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 18