■y» Vi- ~P (1 <P2) (9 P) (1 92) (1 9-a) 364 Nadat met deze formule het argument PC is berekend, vindt men de argumenten PA en PB door daarbij (3 resp. ((3 y) op te tellen. Men kan dan het punt P door voorwaartse snijding bepalen vanuit A en B en ter controle ook vanuit B en C. Het kan nog anders. Is 9 het argument van PC, dan zijn de argumenten van PA en PB resp. 9 (3 en 9 a. Zijn verder de afstanden van P tot A, B en C resp. a, b en c, dan is: a sin (cp (3) a cos (cp (3) b sin (cp b cos (cp - c sm cp c cos cp c sin cp c cos 9 Eliminatie van a, b en c uit deze vier vergelijkingen geeft: sin (9 (3) cos (9 (3) o o O O sin (9 a) COS (9 a) sm 9 cos 9 sin 9 - cos 9 - y2 *1 Vi 0. (1) Dit is een betrekking tussen het gevraagde argument 9, de be kende coördinatenverschillen xx, yx, x2 en y2 en de gemeten hoeken a en {3, zodat in principe het probleem hiermee is opgelost. Een expliciete uitdrukking voor 9 kan als volgt uit (1) worden afgeleid. Tel cos p x de derde kolom op bij de eerste en cos a X de derde kolom bij de tweede: cos 9 sin (3 sin 9 cos a - sin 9 sin 3 cos 9 cos a - sin 9 cos (3 cos 9 sin oc - cos 9 cos (3 sin 9 sin a sm 9 - cos 9 sin 9 cos cp y2 T xi Vi Na deling van de eerste, tweede en derde kolom respectievelijk door sin 9 sin (3, sin 9 sin a en sin 9 en eenvoudigheidshalve weg lating van de cotg-symbolen, wordt dit: 9 1 9-P a 1 %2 9a 9 y 2 9 —I xi I 9 Vi o. (2) De onderdeterminanten van de elementen van de laatste kolom zijn respectievelijk: (1 92) 9-P) (1 92) (ip-f). Na deling door de (ingevoerde) factor (1 92) wordt (2) dus:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 30