368
februari 1818, voor de verdere voltooiing van het kadaster van
toepassing bleven.
In 1832 waren de omvangrijke werkzaamheden die voor de
inrichting nodig waren, gereed en werd het kadaster in gebruik
genomen.
Uit het Recueil Méthodique blijkt, dat het kadaster niet alleen
zou dienen voor de heffing van de grondbelasting, doch ook voor
andere doeleinden. Zo lees ik in artikel 1142 over het kadaster:
„hetzelve beslist en voorkomt in het vervolg een menigte geschillen
tussen de grondeigenaars over de grenzen hunner eigendommen
Sinds zijn invoering heeft het kadaster dan ook belangrijke
diensten verricht bij het rechtsverkeer in onroerend goed, waarbij
ik in het bijzonder de aandacht vestig op het zogenaamde titel-
onderzoek dat, uitgaande van een bepaald onroerend goed, door
middel van de openbare registers slechts mogelijk wordt door het
bestaan van de kadastrale perceelsindeling.
De maatschappelijke ontwikkeling en de groei van de bevolking
sinds 1832, zomede de daarmede hand in hand gaande uitbreiding
van de overheidstaak, hebben de taak van het kadaster in sterke
mate verzwaard en stelden aan de kadastrale gegevens steeds
hogere eisen.
Hoewel gezegd kan worden, dat het kadaster in het algemeen
zich behoorlijk heeft aangepast aan de sinds 1832 gewijzigde om
standigheden en dat het zijn taak goed heeft vervuld, toch acht
de Regering de tijd gekomen voor een opzettelijke bezinning
omtrent de functie die het kadaster in de tegenwoordige maat
schappij dient te vervullen.
Het is mij dan ook een voorrecht U hier te mogen begroeten als
leden van de door Hare Majesteit de Koningin bij Haar besluit van
12 augustus 1957, nr. 35, ingestelde Staatscommissie, die tot taak
heeft van advies te dienen over:
1. de maatschappelijke functie die het kadaster dient te ver
vullen,
2. de wenselijkheid van een wettelijke regeling betreffende het
kadaster.
Tevens maak ik gaarne van de gelegenheid gebruik U dank te
zeggen voor de bereidwilligheid die U hebt getoond om aan de
werkzaamheden van de commissie deel te nemen. Hiertoe bestaat
des te meer aanleiding, omdat het mij bekend is dat velen Uwer,
in het bijzonder ook U Mijnheer de Voorzitter, reeds uit anderen
hoofde met drukke werkzaamheden zijt belast.
De taak van Uw commissie is niet eenvoudig, omdat de maat
schappelijke functie van het kadaster, waarop Uw onderzoek zich
in de eerste plaats zal hebben te richten, verschillende facetten
vertoont. Geheel algemeen gesteld is het probleem, op welke wijze
het kadaster dienstbaar kan zijn zowel aan het rechtsleven als aan
de sociaal-economische belangen die in een moderne maatschappij
