370
Ten slotte ligt het in de verwachting, dat Uw opdracht als een
zodanige eenheid kan worden beschouwd, dat de indiening van een
algemeen rapport dat de gehele materie behandelt, wellicht aanbe
veling verdient. Mocht echter Uw commissie de voorkeur geven aan
tussentijdse indiening van een rapport, dan is zij hierin uiteraard
vrij.
Ik eindig met het uitspreken van de wens, dat het Uw commissie
gegeven moge zijn in vruchtbare samenwerking te komen tot een
oplossing van de verschillende problemen waarvoor U zich gesteld
ziet en tot de samenstelling van een advies dat waardevol zal
blijken te zijn voor een doelmatig functionerend kadaster, waar
door zowel de belangen van de overheid als van particulieren zo
goed mogelijk worden gediend.
Hiermede verklaar ik de Staatscommissie inzake het kadaster
voor geïnstalleerd.
Antwoord-rede gehouden door de Voorzitter van de Staatscom
missie inzake het kadaster, Dr. M. JPrinsen, Commissaris der
Koningin in de -provincie Noordholland, na de installatie dezer
Commissie door de Minister van Financiën H. JHofstra, \op 14
oktober 1957.
Excellentie,
Door de woorden waarmede U onze Commissie hebt willen
installeren, zijn wij in meer dan één opzicht bijzonder getroffen.
Wij zijn daardoor, voor zover wij ons daarvan nog niet reeds
bewust waren, doordrongen van de niet geringe moeilijkheden,
verbonden aan het vraagstuk waarover U ons advies wilt inwinnen.
Met Uw rede hebt U, Excellentie, een eerste belangrijke bijdrage
tot onze arbeid geleverd. U hebt de verschillende aspecten, ver
bonden aan het dienstbaar maken van het kadaster aan het rechts
leven en aan de sociaal-economische belangen in onze moderne
maatschappij, scherp belicht. Daarnaast echter hebt U, en ik acht
dit van bijzonder belang, een schema voor ons werkprogram ont
wikkeld, dat ons tot leidraad voor onze arbeid kan dienen. Wij
zullen daarvan stellig een vruchtbaar gebruik kunnen maken.
Terecht werd daarbij als kernprobleem vooropgesteld de vraag
betreffende de juridische betekenis die de kadastrale gegevens
hebben of zouden behoren te hebben. Pas indien in de boezem van
onze Commissie hieromtrent overeenstemming zal zijn verkregen,
heeft het zin en nut de overige door U vermelde vragen onder
ogen te zien. Deze zullen dan waarschijnlijk voor een belangrijk
deel in het vlak van de opportuniteit en de doeltreffendheid blijken
te liggen.
In tegenstelling met andere landen heeft te onzent het kadaster
geen rechtskracht. Ook indien iemand bewijst eigenaar te zijn van
een perceel, staat daarmede geenszins vast, dat de grenzen van dat
perceel zo zijn als het kadaster aangeeft.