In vergelijking met de nu in voorbereiding zijnde onderneming was dit nog slechts een bescheiden begin; in het Noordpoolgebied werden acht stations bezet en in het Zuidpoolgebied drie stations. Voor de Nederlandse bijdrage berustte de leiding bij onze grote meteoroloog en geofysicus Buys Ballot. De waarnemingen zouden moeten geschieden in Port Dickson aan de monding van de Jenissei. Door regering en particulieren werd de som van 72.000.bijeen gebracht, een in die tijd groot bedrag. Een Poolschip, de Varna, werd aangekocht en ingericht en onder leiding van Dr. Snellen gingen tien man daarmee onderweg. Helaas raakte het schip ten oosten van Nova Zembla in de Karazee in het ijs vast; het was niet mogelijk het los te krijgen. Men heeft getracht het waarnemingsprogramma toch nog te verwezenlijken, maar de aardmagnetische waarnemingen mislukten door de beweeg lijkheid van het ijs. Het meteorologische programma werd echter wel met succes uitgevoerd. Het heeft een belangrijke bijdrage geleverd. In de Poolzomer van 1883 moest in open sloepen de terugreis worden aanvaard. Het duurde vier weken voor men het vaste land had bereikt. Een eresaluut moge worden gebracht aan deze mannen der wetenschap. Over hun ontberingen mag niet te licht worden gedacht. Een halve eeuw later werd opnieuw besloten een Pooljaar te doen plaats vinden; het heeft van juli 1932 tot augustus 1933 geduurd. Het programma werd veel ruimer opgevat dan de eerste maal en veel resultaten werden bereikt. Aan Nederland werd ver zocht een post te vestigen in Angmagssalik, een Eskimogehucht op de oostkust van Groenland. Drie studenten onder leiding van de fysicus Dr. van Zuylen hebben aldaar aardmagnetische en meteoro logische waarnemingen verricht, die een belangrijke bijdrage tot de waarnemingsresultaten hebben betekend. Maar de Nederlandse commissie voor de deelneming aan het Pooljaar onder voorzitter schap van Prof. van Everdingen had de wens nog een verdere bijdrage te leveren, waarvoor Dr. Cannegieter de leiding had. De medewerking werd gevraagd van de militaire luchtvaartafdeling te Soesterberg, die zich hiervoor met kracht heeft willen inzetten. Bij Reykjavik op IJsland werd een klein vliegveld aangelegd, van waaruit gedurende het gehele Pooljaar dagelijks hoogtevluchten plaats vonden, waarmee meteorologische toestellen meegevoerd werden. Op 31 augustus werd de reeks van 330 waarnemingen, verricht op niet minder dan 261 van de 365 dagen, afgesloten. Op 313 vluchten werd een hoogte van 5000 m overschreden, zodat belangrijke gegevens over de hogere luchtlagen werden verkregen. Bovendien werden met loodsballons nog een 300-tal waarnemingen betreffende de wind in de bovenlucht verricht. Op het station te Angmagssalik werden eveneens een zeer groot aantal loodsballon- waarnemingen voor metingen van de wind op grote hoogte gedaan en tevens peilingen van de ionosfeer. Dit geschiedde door het uit- 33§

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 4