339 zenden van radiogolven en het ontvangen en registreren van de echo die door de weerkaatsing der golven tegen de Heavyside-laag op ongeveer 100 km hoogte en de Appleton-laag op ongeveer 250 km hoogte worden verkregen. Dit zijn geleidende lagen, die een belangrijke rol spelen bij de overdracht van de radiosignalen om de aarde. Ook werden daar vele metingen van het poollicht verricht, welk verschijnsel in het bijzonder voorkomt op dagen van storingen in het aardmagnetisme, dat ook regelmatig werd opgenomen. De bedoeling was, door foto's van het poollicht, van verschillende punten uit gericht, de hoogte en de plaats van dit verschijnsel vast te stellen. Dit is slechts gedeeltelijk tot zijn recht gekomen; de Nederlandse expeditie in Angmagssalik heeft een groot aantal foto's weten te nemen; op andere stations is daar minder van terecht gekomen. Thans is een derde waarnemingsjaar in voorbereiding. Het zal plaats vinden van 1 juli 1957 tot 31 december 1958. Het waar nemingsprogramma is weer veel groter geworden en in dit verband is het gewenst thans de waarnemingen over het gehele aardopper vlak uit te breiden, waarbij in het bijzonder de equatoriale zone en een paar meridiaanzones met stations bezet zullen worden. Het jaar heet nu dan ook niet meer een internationaal Pool jaar, maar een internationaal geofysisch jaar. Het jaar is gunstig gekozen, want men mag in 1958 een maximale activiteit op de zon verwach ten, d.w.z. een groot aantal zonnevlekken en vele zonsuitbarstingen. De basis van deze verwachtingen ligt in het feit, dat deze zons- activiteit een n-jarige periode heeft. In 1958 is opnieuw een maxi mum te verwachten. Op de grote betekenis van de zon voor onze aarde hoeft met gewezen te wordenwel wil ik vermelden, dat de zon ons behalve het zichtbare licht ook radiostralen toezendt, die b.v. door de grote radiotelescoop, die kort geleden in Dwingelo in Drente geopend is, opgevangen worden; bovendien Röntgenstralen, d.w.z. stralen van uiterst kleine golflengten; verder worden grote vlagen gassen bij zonsuitbarstingen uitgestoten, die een sterke invloed op de bovenste lagen van onze atmosfeer uitoefenen en het aardmag netisme beïnvloeden, waardoor daarin grote storingen voorkomen; zij zijn tevens de oorzaak van noorderlicht. Bij het opstellen van het programma voor de waarnemingen in het Geofysische Jaar heeft men ten eerste die waarnemingen op het oog," waarvoor het belangrijk is, dat ze gelijktijdig over de gehele aarde worden verricht, waarbij ook de veranderlijkheid gedurende dit jaar overal kan worden vastgesteld. Dit betreft in het bijzonder de meteorologische en aardmagnetische waar nemingen. Dan zal ook een programma worden gewijd aan langzaam ver anderende verschijnselen, waarbij herhaling van de waarnemingen om de 25 jaar gewenst is om deze veranderingen te kunnen vast stellen. Een belangrijk onderdeel van deze waarnemingen betreft

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1957 | | pagina 5