1. De microbarometer verdraagt geen temperatuurvariaties die sneller verlopen dan 0,5° C per 10 minuten. 2. Variatie in de nulpuntsconstante bestaat uit een eenparige ver andering van max. 0,2 Torr per maand ten gevolge van elastische nawerking. Stoten en trillen kunnen sprongsgewijze nulpunts veranderingen ten gevolge hebben. Zowel 1) als 2) stelt zeer hoge eisen aan het transport in de prak tijk van de terreinmetingen. De temperatuur van het inwendige van het instrument kan bovendien zeer moeilijk worden bepaald, daar ook de thermometer aan uitwendige invloeden bloot staat. De oorspronkelijke uitvoering van de microbarometer, in zwarte lederen foedralen, is in tegenspraak tot de fabriekseis: langzame temperatuurvariatie. Ten gevolge van deze zwarte kleur absorbeert het instrument veel warmte, die het naar het inwendige deel door geeft. Wanneer men uit een lokaal in de zon treedt, kan, blijkens eigen ervaringen, de temperatuur gemakkelijk io° C binnen het half uur stijgen. De uit de praktijk komende verzoeken hebben de Askaniafabriek er toe gebracht, de microbarometer voortaan in witlederen foedraal af te leveren. Over de resultaten van terreinmetingen met de Askania micro barometers werd door de T.H. te München het een en ander medegedeeld (3). Het betrof hier het nameten van 22 hoogtemerken in een 25 km lang gesloten traject met één microbarometer in het terrein en één kwikbarometer op het standstation. De metingen vonden plaats bij rustig vriezend weer in de maand januari van 1953. Op verschillende manieren werden resttermen vereffend. Neemt men over al deze uitkomsten het gemiddelde, dan blijkt de standaardafwijking in de enkele hoogtebepaling 0,9 m te zijn. Wel moet nog worden vermeld, dat de aanvangsmetingen, waarbij het instrument uit de warme kamer in de koude buitenlucht kwam, verworpen werden. Het blijkt dat de vereffening volgens de interpolatiemethode de kleinste standaardafwijking geeft. Hiertoe moet men echter be schikken over begin- en aansluitpunt. Beschikt men niet over de hoogten van begin- en aansluitpunt, dan blijkt uit de metingen te München dat de standaardafwijking 1,20m wordt. Bij de metingen in München gebruikte men een standbarometer van geringere aflees- nauwkeurigheid dan de Askaniabarometer, nl. een Fuess kwik barometer, die tot op 0,05 Torr nauwkeurig af te lezen is. (De microbarometer tot op 0,01 Torr.) De rapporteurs van deze proeven merken op, dat de standaardafwijking in hun bepalingen waar schijnlijk anders zou uitvallen als de standbarometer de kort- periodieke luchtdrukveranderingen zou kunnen registreren. Hier ligt een belangrijke bron van wanbegrip van de barometrische hoogte meting. Het zijn nl. juist deze kortperiodieke luchtdrukschomme lingen, die het onreëel maken, van barometrische hoogtemetingen „decimeternauwkeurigheid" te verlangen. Het is immers niet waar, 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 19