19 met vaste basis. De metingen werden op zes verschillende dagen herhaald. Vat men alle uitkomsten samen, dan komt men tot de volgende standaardafwijkingen: ie dag m 9,0 dm 2e dag m 20,0 dm 3e dag m 2,0 dm 4e dag geen volledige meting, wegens overtrekkende depressie 5e dag m 7,0 dm 6e dag m 7,5 dm. Deze standaardafwijkingen hebben betrekking op het verschil tussen N.A.P.-hoogten en barometerhoogten, bepaald uit een heen- en teruggang. Zoals men ziet: een zeer uiteenlopende nauwkeurigheid voor de verschillende dagen. Vergelijkt men deze standaardafwijkingen met de op die dagen heersende weersomstandigheden, dan ziet men de volgende samenhang: ie dag bewolkt, matige wind, gemiddelde temperatuur 150, 2e dag afwisselend bewolkt, zwakke wind, broeierig, gemiddelde temperatuur 20°, 3e dag bewolkt, windstil, gemiddelde temperatuur 180, 5e dag weinig of geen bewolking, zwakke wind, gemiddelde temperatuur 16°, 6e dag afwisselendbewolkt, windstil, gemiddelde temperatuur 160. Men mag hieruit wel de conclusie trekken, dat onstabiele lucht ongeschikt is voor de barometrische hoogtemeting. Men consta teert deze onstabiele toestand door de variaties in de waarnemingen op het standstation te bestuderen. Het is onze ervaring, dat der gelijke schommelingen tot 0,1 Torr per 10 seconden kunnen be dragen. Het is onmogelijk dit in een simultane waarnemingsmethode, ook niet met behulp van de barograaf, te elimineren! Andere Nederlandse ervaringen met de Askania microbarograaf zijn schaars. Het is ons bekend, dat het luchtkaarteringsbedrijf K.L.M. Aerocarto n.v. een dergelijke barograaf heeft gebruikt bij paspuntsbepaling in Achter-Indië. Tijdens deze expedities ge raakte het instrument vrij spoedig defect. Men vreesde het door branden van elektrische leidingen ten gevolge van te hoge spanning. Een revisie van de barograaf, uitgevoerd in het Laboratorium voor Geodesie, bewees, dat het instrument volkomen onbeschadigd was, doch dat slechts de elektrische contacten ten gevolge van oxydatie niet meer geleidend waren voor de gebruikelijke kleine stromen van 1 a 2 microampère. Hoe de microbarograaf zich onder de Nederlandse klimatologische omstandigheden gedraagt, is nog niet bekend. De Askaniabarograaf lijkt ons in de eerste plaats geconstrueerd als laboratoriuminstrument. De minieme amperages waarmee gewerkt moet worden stellen hoge eisen aan het onderhoud in het terrein. Ook de stroombronnen zelf, waarvan de constantheid van de stroomsterkte een eerste vereiste is, dienen vrij omvangrijke batterijen te zijn. Met dergelijke batterijen is het echter zo goed als

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 21