35
juridisch of maatschappelijk opzicht? Is ze van die zijde bekeken
niet irreëel?
En heeft ook de uitspraak op blz. i, dat de landmeter geen
grensaanduiding moet verlangen die tot gevolg heeft, dat het
idealisatieproces met grotere nauwkeurigheid kan worden uit
gevoerd dan in de maatschappelijke samenleving als noodzakelijk
wordt gevoeld, niet deels het karakter van een voorschrift Dit
hangt zo nauw samen met het juridisch aspect, dat men de stelling
beter had kunnen weglaten. Te meer waar Prof. Baarda op de
instructiedag zelf opmerkte, dat hij niet wist in hoeverre dit juist
was.
Het totale beeld van het werk
Gelet op het grote belang van een coördinatie van het meet- en
kaart eerwezen in Nederland een nog steeds niet bereikt ideaal
valt het te betreuren, dat het werk niet het meer uitgesproken
karakter van een handleiding voor de beoefening van de landmeet
kunde in Nederland heeft gekregen. Weliswaar kan het als ik
het goed begrepen heb en voorzover ik het zelf kan beoordelen -
met vrucht worden gebruikt door een ieder die zich bezig houdt
met de beoefening van de landmeetkunde in het algemeen (doch
dan toch altijd beperkt tot Nederland), maar het feit, dat het in
eerste instantie bestemd is voor de beoefenaren van de kadastrale
techniek, wekt de indruk, dat het kadaster op dit gebied een
zekere monopolistische positie inneemt. Misschien was er geen
andere weg open en heeft men zich wel moeten verstaan met het
Departement van Financiën. En dan zat er ook niets anders op
dan er een kadastraal karakter aan te geven en de toepassing van
de geodesie vooral gericht te doen zijn op de samenstelling en de
bijhouding van het kadaster.
Of de verschijning van het werk een weldadige invloed zal
uitoefenen op de activiteit van de wetgever is niet te zeggen.
Natuurlijk bestaat de mogelijkheid, dat hij blijft reageren zoals
hij tot nu toe deed: „Men heeft kans gezien het kadaster te voor
zien van een ultramoderne en kennelijk voortreffelijke handleiding
voor zijn technische werkzaamheden, zonder dat ik een hand heb
behoeven uit te steken. Uiteraard is deze handleiding bedoeld om
de kwaliteit van het instituut op te voeren. Waarom zou ik er dan
nog een schepje bovenop doen
Doch misschien maken de verschijning en ook het pleidooi voor
wettelijke steun, dat in het werk verscholen ligt, wel zo'n indruk
op hem, dat hij ten slotte er toe te bewegen is, stappen te onder
nemen om het zo dringend gewenste tweede steunpunt voor het
instituut kadaster de wettelijke grondslag tot stand te doen
komen.
Ik weet dat velen Uwer mij erg reactionair zullen vinden en
geneigd zijn mij er weer van te beschuldigen, dat ik de klok terugzet,
maar het is toch zo, dat we in de bestaande rechtsorde ons zoveel