LANDMEETKUNDE
Ir. C. KOEMAN,
Welke nauwkeurigheid geeft de barometrische
hoogtemeting?
Toen de Nederlandse kolonel Robert Jacob Gordon in de jaren
0:777-1780 zijn ontdekkingsreizen door de Kaapkolonie maakte,
voerde hij met zich mee een kwikbarometer van het fabrikaat
Ramsden. Hoe modern Gordon daarin was, kan men afleiden
uit het feit, dat hoogtecijfers op kaarten uit de jaren omstreeks
1780 zeer zelden voorkomen. Men kan het bovendien afleiden uit
de geschiedenis van de barometrische hoogtemeting, die aanvangt
met de ontdekking van de luchtdruk door Torricelli in 1643. Deze
geschiedenis verhaalt (1) hoe het inzicht, dat de mens „op de
bodem van een oceaan van lucht leeft", Pascal er toe heeft gebracht,
als eerste een experiment te voltooien, waaruit bleek, dat de lucht
druk afnam, als men in die luchtoceaan omhoog steeg. Via Boyle,
Mariotte en Halley kwam men tot een betrekking tussen het hoogte
verschil en de barometerstand. De door Halley opgestelde formule
(omgerekend in meters) luidde:
h 18942 log
Tussen de jaren 1770 en 1800 ziet men tientallen publikaties
verschijnen, waarin de betrekkingen tussen hoogte, luchtdruk,
temperatuur en dampspanning bediscussieerd worden. In deze
periode worden ook de eerste praktische reisbarometers vervaar
digd. Terwijl dus de barometrische hoogtemeting nauwelijks het
experimentele stadium verlaten had, verschenen in die uithoek
van Afrika waar Nederlanders het bestuur uitoefenden, kaarten
met hoogtecijfers in voeten!
Thans, twee eeuwen na Gordons expedities, worden de hoogten
in nieuw-ontsloten gebieden nog altijd op dezelfde wijze gemeten.
Als de Nederlandse Andesexpeditie in 1956 voorheen onbetreden
gebieden kaarteert, dan maakt zij gebruik van de barometrische
hoogtemeting. Tegenwoordig met behulp van metaalbarometers,
doch evenals twee eeuwen geleden: hoogtebepaling onder gebruik
making van fysische grootheden.
Dit laatste: het onafhankelijk zijn van meetkundige grootheden
is de aantrekkelijke zijde van het barometrisch hoogtemeten.
Daarom zal deze methode van hoogtemeten ook in de toekomst
aantrekkelijk blijven en daarom geeft de geodeet van heden zich
zo veel moeite door het verfijnen van instrumenten en methoden
de nauwkeurigheid te verhogen. Immers: de hoogtemeting door
middel van waterpassing en trigonometrie is zeer kostbaar en
wetenschappelijk hoofdambtenaar-A aan de Rijksuniversiteit te Utrecht:
2