67
(li 2,3 decimeter, waarin berekend is uit pij2 p2 (x dm2).
Teneinde het karakter van de verdeling van de afwijkingen sj
te onderzoeken, zijn ze in een histogram verwerkt. Vóór de classi
ficatie van alle Sj's werd een scheiding in twee rubrieken ingevoerd,
nl.één groep Sj's voor de waarnemingen op veld- en basisstations
en één groep Sj's voor de waarnemingen op basisstations. Het
aantal individuen voor de eerste groep bedraagt 385, dat voor de
tweede groep 340. De eerstgenoemde groep is van betekenis voor
ons onderzoek; de tweede groep geeft slechts een inzicht in de
afleesnauwkeurigheid van de microbarometers van Askania.
Voor de samenstelling van het histogram hebben wij het kenmerk
(honderdsten Torr) in klassen van telkens 0,01 Torr verdeeld. De
verdeling geeft het volgende beeld:
TABEL 5.
o,5
De verdeling van de eerste groep geeft een goed normaal gedrag
te zien (figuur 3). De tweede groep vertoont een zeer geringe
spreiding, die toch als normaal kan worden aangemerkt (figuur 4).
In overeenstemming met de bovenafgeleide waarde pj 2,3 dm
hebben de buigpunten van de in figuur 3 geconstrueerde kromme
van Gauss de volgende abscissen s 2,3 resp. e 2,3.
T oetsing.
De in tabel 2 gegeven waarden voor m' kunnen nu worden
getoetst aan de in tabel 4 gegeven waarden voor p.. We maken
Groep I
Groep II
Aantal
Frequentie
Klasse
Aantal
Frequentie
individuen
quotiënt
individuen
quotiënt
1
0,003
7.5
2
0,006
6,5
2
0,006
5.5
11
0,029
4-5
7
0,018
3.5
28
0,072
2,5
1
0,003
31
0,080
L5
26
0,077
58
0,150
81
0,238
80
0,208
—o,5
IIO
0,324
70
0,179
—1,5
90
0,265
47
0,122
—2,5
24
0,071
26
0,067
—3,5
6
0,017
12
0,031
—4,5
0
O
7
0,018
—5,5
2
0,006
2
0,006
—6,5
1
0,003
385
34°