74 De Ministers van Justitie en Agraria, H. Exc. G. A. Maengkom en Sunarjo, waren met hun Secretarissen-generaal en onderschei den dienst- en afdelingshoofden daarbij tegenwoordig. Uit de redevoeringen van beide Ministers kwam naar voren, dat het doorslaggevend argument voor deze overgang gelegen is in het feit, dat thans registratie en uitgifte van grondrechten in één hand komen, met name bij het Ministerie van Agraria, tot welks competentie de bevordering van de rechtszekerheid op de grond behoort, waarvan het Kadaster het completerend instrument is, dat tot dusverre aan de uitvoerende taak van dit Ministerie ontbrak. Hoewel de Minister van Justitie het Kadaster node zag gaan, moest hij toegeven, dat de overgang wenselijk is uit een oogpunt van arbeidsverdeling, daar onder justitie tot dusverre zeven dien sten ressorteerden en onder Agraria slechts één. Het Hoofd van het Kadaster, de heer M. Moentoha, merkte in zijn toespraak op, dat de ontwikkeling van kadaster van uitsluitend westerse zakelijke rechten tot dienst van algehele registratie van grondrechten, zoals thans te wachten staat, reeds was voorzien. Na de uitbreiding van de taak van het Kadaster met de in- en overschrijving van onroerende goederen in de jaren 1947 en 1948, volgde in 1952 de overneming van het geheel op Indonesische grondrechten ingestelde kantoor voor Kadaster en Registratie te Surakarta een zuiver Indonesisch Kadaster dus dat tot aan dit tijdstip onder de afdeling Agraria van het Residentiekantoor te Surakarta ressorteerde. Hiermede werd de eerste stap gedaan in de richting van de huidige ontwikkeling. Vervolgens werd in 1955 de afdeling Opmeting en Registratie van het Residentiekantoor te Bangka en Bilitung opgeheven en het Kadaster met haar taak de registratie van huurgronden belast. Binnenkort zullen eveneens de door de Sultans ingestelde kadasters van grantrechten in Deli en huurgronden in West- Kalimanten, zomede het Kadaster van Indonesische grondrechten te Jogja door de Djawatan Pendaftaran Tanah worden overgenomen. Intussen zat deze dienst niet stil. Ten einde daarmede de nodige ervaring op te doen, werd in 1952 als proef met de opnemingx) begonnen van de zgn. milik-gronden het Indonesisch individueel bezit te Djakarta, Bandung, Bogor en Magelang, waarbij onder leiding van de Lurah's (Kampong- of Deshoofden) de grenzen werden gedelimiteerd en volledige medewerking van de grond eigenaren werd ondervonden. Ten einde de bevolking reeds te gewennen aan het feit, dat in de naaste toekomst ook haar grondzaken door de Djawatan Pendaftaran Tanah zullen worden behandeld, werd in een der vleugels van het Kadasterkantoor te Djakarta het kantoor voor De schrijver gebruikte in deze gevallen het woord opname.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1958 | | pagina 24