76
de problemen en methoden leren kennen van Griekenland, Italië
en Spanje.
Vooral Griekenland dat vertegenwoordigd was door de zeer
levendige en geestdriftige Professor Kypriades verdient grote
belangstelling. Men zal met grote interesse en hoofdschudden zijn
methode van toedeling lezen.
Deze werkwijze is in het kort de volgende: Alle belanghebbenden
worden verzocht hun wensen uit te brengen. Het resultaat is, dat
er overvraagde en ondergewenste delen in het ruilverkavelingsblok
blijken te zijn. Men verhoogt dan de waarde van de gronden in de
overvraagde en verlaagt die van de gronden in de minder gewenste
gebieden. Opnieuw worden de wensen opgenomen en wordt nage
gaan of nu een evenwicht in de verschillende grondklassen is
bereikt. Men volgt deze methode zolang, tot er over alle delen van
het blok een evenwicht is tussen vraag en beschikbare grond.
Volgens de Griekse hoogleraar is dit een kwestie van enkele dagen.
Is dit moment aangebroken dan is de indeling bijna klaar.
Ik vestig de aandacht op de conclusie die naar aanleiding van
de voordracht van Prof. Kypriades werd getrokken (zie blz. 43),
en die hierop neerkomt, dat men zijn mededelingen over de werk
wijze in Griekenland met belangstelling heeft aangehoord, maar
deze niet zonder meer voor andere landen toepasselijk acht.
Prof. Bandini gaf een uiteenzetting over de kolonisatie in
Italië en vooral over de aandacht die men er besteedt aan het
probleem van een toekomstige versnippering in verkavelde ge
bieden.
In Spanje heeft men ongeveer gelijktijdig met het maken van
regelingen voor ruilverkaveling een wet tot stand gebracht die
verdere versnippering van grondgebruik tegengaat. Deze wet
dateert van 15 juli 1954, de regeling van ruilverkaveling kwam
tot stand 20 december i952> gevolgd door een regeling van november
1954. Men heeft hier het kwaad in de wortel aangetast na een
discussieperiode van meer dan 100 jaar.
In Duitsland en Zwitserland bestaat veel aandacht voor de
verplaatsing van boerderijen, waardoor in de vaak onhoudbare
toestanden op het gebied van huisvesting en bedrijfsvoering in de
dorpjes verbetering kan worden gebracht.
Deze bespreking zou aan de waarde van het verslag te kort doen,
wanneer niet genoemd werd de bijdrage aan het congres van
Ir. W. C. Visser, die in zijn rapport over wetenschappelijke onder
zoek ten dienste van ruilverkavelingen een duidelijk blijk geeft
van het wetenschappelijk peil waarop de Nederlandse instanties
de ruilverkavelingsproblemen trachten te brengen en er op dit
niveau inzicht in proberen te krijgen. Nederland komt dan ook
in dit boekje goed voor de dag. De inhoud van het verslag is
samengesteld door mannen van de praktijk en zal daarom ook
voor de praktijk van waarde blijken te zijn.
Voor hen die het Verslag willen aanschaffen, en dat zullen ernaar