82
hoogte gekend kunnen worden, is deze voorstelling van getallen
nooit een volledig nauwkeurige. Hetzelfde geldt ook voor de analogie
van het rekenkundig of analytisch verband, daar fysische wetten
met volkomen universele geldigheid niet bestaan. De bekendste
vertegenwoordiger van de analogiehulpmiddelen is wel de reken-
liniaal. Het geijkte begrip „rekenliniaalnauwkeurigheid" (in 3 a 4
geldende cijfers) brengt de betrekkelijkheid van de nauwkeurigheid
der uitkomsten wel goed tot uitdrukking.
Tegenover het nadeel van de niet-absolute nauwkeurigheid van
de uitkomsten hebben de analogiemiddelen het voordeel van een
grotere mate van flexibiliteit. Kent een digitale machine hoogstens
de vier elementaire rekenkundige bewerkingen, bij analogie
machines kunnen bij geschikte keuze van de analogieën ook
differentiëren, integreren en dergelijke bewerkingen tot de elemen
taire mogelijkheden gerekend worden. Zo vermenigvuldigt b.v.
uw kilowatturen-meter doorlopend stroom en spanning en integreert
het produkt naar de tijd. Is er een grote graad van nauwkeurigheid
nodig, dan worden digitale middelen toegepast. Ligt het accent op
flexibiliteit, eenvoud en geringe ruimte, dan worden analogie
middelen gekozen. In verband met het verschillend karakter van
beide groepen hulpmiddelen vindt automatisch een verdeling van
het toepassingsgebied plaats.
In de groep der analogiehulpmiddelen van de toegepaste wiskunde
zijn in de loop der tijden ganse series toestellen ontwikkeld: reken-
linialen en -walsen voor allerlei doeleinden, planimeters, integrafen,
veelal juweeltjes van instrumentmakerskunde. De ontwikkeling
hiervan culmineert in de differentiaalanalysatoren, dat zijn machi
nes tot het oplossen van differentiaal- en integraalvergelijkingen en
soortgelijke problemen. Men is er ook toe overgegaan, deze diffe
rentiaal- analysatoren op te bouwen uit verwisselbare mechanische
elementen als assen, tandwielen, differentiëlen, op draaiende platen
rollende kogels, mechanische versterkers, enz. De machines werden
hierdoor universeler. Zij hebben soms het aanzien van een soort
meccanosysteem. In feite hebben tijdens de jongste oorlog gewone
meccanodozen soms de bouwelementen voor bruikbare toestellen
geleverd!
De analogiemiddelen spelen een grote rol in de moderne oorlog
voering, b.v. in de vuurleidingsmachinerie. Terloops zij hier
opgemerkt, dat het eerste toestel van deze aard al in 1914 schijnt
te zijn gemaakt door Gamma-Juhaz te Boedapest.
In de digitale groep is er na de constructie van de eerste tel- en
rekenmachines door de wiskundigen Pascal (1642) en Leibniz
(1671) gedurende eeuwen weinig vooruitgang van principiële aard
geboekt. Alleen hebben de machines gaandeweg een mechanische
verfijning ondergaan, waardoor het werken ermee wel zeer is
vergemakkelij kt
Een groot bezwaar van de digitale machines is in de aanvang
geweest, dat zo'n machine slechts één of enkele bewerkingen tege-